Tourists, bloody tourists!

Ik heb ons net uitgeklaard uit Bulgarije en de EU in Tsarevo. Dit ging zonder al teveel bureaucratische fratsen. We mogen nu de boot niet meer af. Morgen vroeg uit de veren voor een lange ruk naar Sile aan de Noord Turkse kust. We gaan Bulgarije dus verlaten…met enige moeite. Het is, zeker aan de Zwarte Zee een schitterend land. We zijn op de meeste plaatsen langer gebleven dan we dachten. Dat begon vorige week al in Balchik maar ook in Nesebar, Sozopol en nu Tsarevo. Het enige probleem is: de toeristen! Zowel Nesebar en in iets mindere mate Sozopol zijn volledig vertoerist. Er lijkt geen normaal leven meer te bestaan. In ieder geval niet in dit seizoen. Elke beschikbare vierkante centimeter wordt ingenomen door een souvenirshop of restaurant. Vergelijk Marken of Venetië.

Natuurlijk begrijp ik dat ik mede over onszelf zit te zeuren…maar zoals de meeste mensen vinden wij onszelf natuurlijk niet bij die grijze massa aan toeristen horen…

We hadden dit niet verwacht. Ik had zelfs nog nooit van Nesebar of Sozopol gehoord, laat staan van iemand die er naar op vakantie ging. Het enige wat ik wel eens hoorde was een verloren ziel die naar Sunny Beach ging…laat Nesebar nu de pech hebben daar vlakbij te liggen. Het blijkt dus dat er veel meer toeristen dan Nederlanders zijn. Hier kom je veel Oost-Europeanen, Duitsers, Engelsen en een enkele Amerikaan en Scandinaviër tegen. 20170615_123320205_iOSMet busladingen tegelijk worden ze in de zeer fraaie Byzantijnse straatjes van deze eeuwenoude schiereilandjes losgelaten om besprongen te worden door de uitbaters van de uitspanningen…elke dag weer een niet aflatende diarree van gezinnen waarbij ik altijd moeite heb iemand te ontdekken die het echt naar zijn zin heeft en lacht.

Vorige week waren we net in Nesebar. Als geïnteresseerde in Geschiedenis en zeker de Byzantijnse en Ottomaanse een heel bijzonder plaatsje. Buiten het weekend ’s morgens vroeg of in de avond, wanneer de dagjesbussen met mensen met megafoons eromheen (I kid you not!) zijn verdwenen zie je pas hoe fraai dit is.

Natuurlijk is het toerisme ook een zegen voor de mensen hier. De levenstandaard van de Bulgaren hier is dag en nacht verschil met bijvoorbeeld Viden…het grensplaatsje waar we weken geleden voor het eerst vanuit Servië in Bulgarije kwamen. Wel mooi om te zien dat er nog steeds veel traditionele vissers zijn met kleine bootjes met daar voorop een verhoogde stoel…soort van 1mans-flybridge. Ik neem aan om goed de vis te kunnen spotten en/of de Dolfijnen die een goede indicatie zijn voor veel vis.

De haven van Nesebar lijkt een soort van constructieplaats waar niet al20170616_060359681_iOS teveel lijn in zit. Dat geldt voor veel bouwprojecten hier. Je krijgt het idee dat ze er ooit mee begonnen zijn maar onderweg de tekening (of het geld) zijn kwijtgeraakt. We komen hier nog wel een paar ervaren zeilers tegen die het gebied goed kennen. Ook hiervan krijgen we, tot nu toe in tegenstelling tot onze eigen ervaringen, de waarschuwing: “watch the weather, It’s not called the Black Sea for nothing”. De laatste keer dat ik “local knowledge” negeerde hebben we dat bezuurd…dus we zijn voorzichtig met de weerberichten.

Met een vlakke zee steken we de baai van Burgas over naar Sozopol. Lijkt wat op Nesebar als historisch schiereilandje met mooi baaien eromheen. Gelukkig hier geen Sunny Beach in de buurt…maar toch ook stevig onder de toeristenvoet gelopen. Het heeft een grote en moderne marina. We liggen hier voor een Superjacht van 44m dat net is aangeschaft door de Bulgaarse oprichtster en eigenaresse van Onecoin. Soort van Bitcoin…maar dan met nog veel meer juridische problemen…er lopen nogal wat rechtszaken tegen en wordt gezien als een plat piramidespel…maar voorlopig houdt mevrouw (37) er een leuke cent aan over…gezien de boot…en de 5 man personeel die er dag in dag uit op rondlopen.

Sozopol is een echte vissershaven met grotere trawlers. Zowel de meeuwen als de Dolfijnen zijn zeer actief voor de haven, zeker als er weer trawler binnenloopt. Het is schitterend weer, maar op veel dagen ontstaat aan het einde van de dag een hele stevige onweersbui…dat levert mooie plaatjes op.

Tijdens de relaxte dagen hier zelfs een bedje op het strand gehuurd en een middagje op het strand gelegen…ben ik bepaald geen fan van maar in zo’n mooie omgeving op een bedje was het vol te houden.

Dan weer een kort stukje naar Tsarevo. Dat is min of meer verplicht omdat we in Sozopol niet kunnen uitklaren. In deze voormalige badplaats van de Tsaar van Rusland weten ze dat ook want ze rekenen een vrij extreem bedrag voor een ligplaats in iets wat amper een haven is. We kunnen wel vast aan de Middellandse Zee wennen want met de bips tegen een betonnen kade en de passerelle uitgeschoven.

Morgen dus naar Sile. Dat heeft nog een uitdaginkje. Het is geen “port-of-entry” in Turkije. We kunnen daar niet inklaren. We maken de stop daar op weg naar Eregli waar dat wel kan. De kans is dus groot dat we in Sile niet van boord mogen. Niet zo erg. Op de heenweg is het alleen een stop om te voorkomen dat we ’s nachts door moeten varen. Op de terug weg van Eregli naar de Bosporus en Istanbul gaan we het nogmaals volledig ingeklaard aandoen…tenminste dat hopen we als er niets verkeerd schiet bij Erdobeebie.

Hieronder voor de liefhebber een kaartje met daarop de route. Linksboven start in Tsarevo (staat er niet bij), dan voorbij de ingang van de Bosporu naar Sile, dan Eregli en dan terug naar de ingang van de Bosporus.

Daarover en de verdere reis langs de Turkse Zwarte Zee kust volgende week meer!

Cheers, André

Capture

Black is Beautiful

“Altijd onrustig en hoge golven”, “het water is echt zwart”, “je kan het beter in 1 keer overslaan op weg vanuit de Donau naar de Bosporus”…en zo waren er nog veel meer welgemeende adviezen van reizigers die dezelfde trip als wij hebben gemaakt. Wij vinden de Zwarte Zee prachtig! Misschien hebben we mazzel maar tot nu toe weinig turbulentie, schitterend “caraïbisch” azuurblauw water, mooie kusten en plaatsjes. Kortom: de mensen die dit, veelal op advies van anderen, hebben overgeslagen hebben wat gemist!

We schieten ook niet zoveel meer op. De plaatsen waar we liggen nodigen uit tot een paar dagen verblijf…en we hebben geen haast…volgende datum die vast staat is 3 Juli. Dan moeten we in Istanbul zijn omdat Laura dan een weekje gaat meevaren.

Het Zwarte Zee avontuur begon vorige week in Roemenië van Sulina naar Constanta met René nog aan boord. Constanta is een grote commerciële havenplaats met ook een Marina. Omdat wij niet aan de mooie nieuwe steigers passen liggen we aan de kade bij de vissers en de Politia de Frontiera. Rond de haven alleen maar restaurantjes die door René Ramsey met 1 blik in de borden allemaal worden afgekeurd.

Als er iets is dat bijblijft van Constanta is het: hoe mooi het kan zijn en waarschijnlijk is geweest. Het mooiste gebouw dat ik ken staat er: het Casino op de boulevard. Art deco uit ca. 1910. Geweldig mooi…en geweldig vervallen.

Helaas mag je er niet in, maar op het web kan je interieurfoto’s vinden die minimaal zo mooi zijn als de buitenkant. Je kan de jet-set champagne feesten en de Rolls Royces, Hispanos en Duesenbergs van de 20’s bijna zien en horen als je er bij staat…

Zo staat er veel meer moois, maar helaas is maar een enkeling gerestaureerd: what a waste!

De mensen lijken ook weinig besef te hebben van zoveel moois. Als afscheidsetentje van René gingen we naar een restaurant in de fraaie ex-burgemeesterswoning aan de boulevard tegenover het Casino. Uit dezelfde tijd en met delfde grandeur. Ondanks dat dit aangeschreven staat als toprestaurant waren we de enige gasten…dat voel je al een beetje wanneer de man die je begroet zegt: “Oh, you are from the reservation!” …en hij dacht niet dat we Indianen waren…alhoewel…misschien dat René voorop liep…

Binnen prachtige kamers…die dan voorzien zijn van bloempotten met gekleurde LED verlichting!…terwijl er een soort van Roemeense Venga Boys uit de speakers knalt. Gelukkig was er leuke bediening en het eten fantastisch.

Met een huurauto zijn we naar Histria geweest. Dit was tot de 7e eeuw de belangrijkste havenstad aan de Zwarte Zee. Door de aangroei van deze kust verzande de haven en ligt het nu in een lagune. Dit in combinatie met de zoveelste overval door Goten en andere Barbaren heeft ertoe geleidt dat de stad is achtergelaten zoals hij was. Begin 20e eeuw is het herontdekt. Erg interessant om hier rond te lopen in een volledig intact stratenplan van een stad uit de Grieks/Romeinse tijd…tenminste dat vind ik…Belinda en René vonden het vooral een hoop ouwe stenen…alweer Barbaren dus…

Ter compensatie op de terugweg naar Mamaia, het Benidorm van Roemenië. Ook genoeg ouwe stenen maar dan door de betonrot. Wel in een uiterst hippe strandtent zitten lunchen terwijl er een enorm noodweer losbarstte.

René uitgezwaaid en dan van Constanta naar Balchik in Bulgarije, dus uitklaren. Aangezien we bij de grenspolitie in de haven liggen is dat “no problem” zelfs niet om 6 uur ’s ochtends. Alle papieren weer een keer bekeken, ingevuld, gestempeld etc. Wanneer de agenten van boord gaan zeggen ze nog dat we ons even op kanal 67 moeten melden voor clearance om de haven te verlaten. Dat geldt in meer grotere zeehavens…dus ik dacht “no problem”. Wij gooien los en terwijl we de haven uitvaren roep ik Port control op voor clearance. Dat was prima, maar ik moest de Harbormaster hebben. “Waar is die dan?”, “Also on this channel”…het begon weer Monty Python vormen aan te nemen… Ik dus “Harbormaster, do we have permission to exit the port”. Dat was ff iets te makkelijk. “This is harbormaster, we need to come on board to check documents”, WTF (ingeslikt), “we are floating in the harbor. Where and when do you want to come on board?”…dat ging zo ff door want er kwam geen duidelijk antwoord. “You need to moor again and we’ll come on board”.

In weerwil van mijn voornemen, en de dringende adviezen van Belinda om altijd mee te werken met de autoriteiten, was ik het helemaal zat: “not confirmed, we will leave Port, do what you have to”. Harbormaster: “I don’t understand”. Ik nog een keer uitleggen dat hij de boom in kan, we in de EU zijn en ik er klaar mee ben en de haven uitvaar. Toen kwam het meest hilarische moment: “OK, but next time you have to call me first”…dus eerst moeilijk doen en dan niet afdwingen…mooi theater.

Inklaren in Balchik Bulgarije stelde niets voor. Op zee was de kustwacht al even langsgekomen en had via de marifoon gegevens gevraagd. Bij aankomst even aanleggen aan de commerciële kade. Daar stond al een agent te wenken. Hij vertrok met de documenten en was 15min later weer terug. No problem.

Balchik waren we voorbij gevaren als we in Rousse een paar weken geleden niet het advies van Boyko hadden gehad hier langs te gaan. En terecht, een erg leuk plaatsje. Dat begint al met een geweldige havenmeester: George. Hij had al een plek voor ons gereserveerd. Zijn steigers zijn er niet op berekend, maar op 2 plekken naast elkaar en met behulp van een ankerboei (mooring) aan de voorkant kunnen we Beany goed neerleggen. Voor het eerst deze reis Med-style…dat is dus met de bips tegen de kant en voor aan een anker of mooring.

Claim to fame van Balchik is het paleisje van Queen Marie uit de jaren 20 toen dit gedeelte van Bulgarije Roemeens was. Zij was de laatste koningin van Roemenië. Leuk huis maar geweldig mooie tuinen langs het strand van de Zwarte Zee. Ze had zelfs een marmeren troon in Florence laten maken om op et strand te zitten…dus mijn eigen Koningin daarin maar even vereeuwigd.

We kwamen hier een straatmuzikant tegen die het Wilhelmus op zijn Xylofoon speelde…dat leverde hem natuurlijk wat Levjes op. Ook een leerbewerker had hier zijn stalletje ingericht. Erg fraai handwerk. Belinda heeft hier kans gezien mij een wat verlaat verjaardagscadeau te ontfutselen.

Verder hebben we ons hier een paar dagen nogal Mediterraan gedragen…en dat bevalt prima. Naast ons lagen Peter en Jana. Hij Engels gepensioneerd aannemer. Zij van Letse afkomst. Leuk stel dat hier woont op een Golfcourse…of course! We zijn een middag/avondje met ze mee geweest. Schitterende omgeving en later naar HET steakhouse dat we MOESTEN proberen. Errug lekker!

Nu zijn we in Nessebar. Oud dorpje op een schitterend schiereilandje…Het ligt echter op een paar km van Sunny Beach…het Llorett de Mar van Bulgarije. Het wordt dus op dagelijkse basis overspoeld met hordes Tattoo-Tokkies en het hele dorp wordt voor het seizoen omgebouwd tot 1 grote souvenirshop met bijbehorende restaurants en kroegen…iemand moet mij nog eens uitleggen dat je als 58e winkeltje met dezelfde Nessebar-koelkast-magneten nog steeds geld kan verdienen…

Als je goed kijkt zie je dat het ooit heel mooi was…

Daarover en de verdere reis door de Zwarte Zee volgende week meer.

Cheers André

Life’s a Beach

We zijn weer op ZEE!! Na ruim 2 maanden rivieren is dat wel heeeel errug lekker. Vraag me niet waarom want het is een grote plas zout water…erg saai…maar de kust en de zee hebben een eigen sfeer, geur, geluid en vooral ruimte. De eerste kennismaking met de Zwarte Zee was deze week in Sulina. Vanuit de haven zijn we naar het strand gegaan om de Zwarte Zee, voor ons beide voor het eerst, te zien, voelen en ruiken.

De Donaudelta kent mooie stranden en lagunes omdat de Donau enorme hoeveelheden Europa naar de Zwarte Zee transporteert. Aan de rand van Sulina staat een vuurtoren die in 1870 nog aan zee stond…nu 2km in het binnenland. 1 Kilometer verder staat er 1 van 50 jaar later die inmiddels ook niet meer te gebruiken is en de nieuwste staat nu op het uiteinde van de 2 pieren die de Donau naar zee begeleiden.

Je kan hier dus letterlijk Europa zien aangroeien. Dat maakt de rit naar buiten wat avontuurlijker omdat er nogal wat schuivende zandbanken zijn. Zelfs op deze rustige ochtend is het voor de monding nog een behoorlijk rommelige toestand. We volgen het lokale advies om ca. 5 mijl rechtuit naar buiten te varen trouw op om niet op een onbekende bank te stuit(er)en.

Mr.Bean2 schommelt weer. Wel ff wennen, de boot is behoorlijk Zeeonwaardig geworden met alle losse spullen…de eerste paar brekers zorgen voor nogal wat tumult van schuivende en rollende zaken door de boot.

Vorige week waren we net aan de Delta begonnen in Tulcea. Hier verzamelen de meeste toeristen zich die de Delta in willen trekken. Verder een typisch Oostblok stadje met als overheersende architectuurstijlen: Nooit-afgemaakt, Vol-met-betonrot, Waar-is-het-dak en Niet-langslopen-als-je-geen-balkon-op-je-knar-wilt-krijgen.

Na onze speedboot avonturen in de Delta was het plan om zo’n beetje halverwege de Delta te varen over de zogenaamde Sulina-arm. Daar Mr.Bean2 ergens vast te knopen en dan met Teddy nog wat eigen expedities te doen. Daar hadden we zelfs een vergunning voor gekocht. Lang verhaal kort konden we halverwege helemaal niets vinden om een beetje verantwoord aan vast te knopen. Uiteindelijk, mede op dringend advies van Belinda doorgevaren naar Sulina aan de Zwart Zee. Dat is dus km-paal 0 van een reis op de Donau die in Kelheim, waar wij erop kwamen, op 2411 begon. Met recht dus niet alleen een km-paal maar ook een mijlpaal!

Sulina is een bijzonder stadje. Het was Pinksterweekend en nog steeds schitterend weer dus veel Roemeense toeristen. Die komen allemaal met de boot uit Tulcea want er zijn geen wegen naar Sulina. Je ziet er amper auto’s. Het ligt midden in de Delta, dus ook hier veel mensen met kleine bootjes die tochten aanbieden.

We hadden van Roemenen gehoord dat we in ieder geval naar Letea moesten gaan. Dat is het meest Noordelijke subtropische bos ter wereld dat voor een groot deel in duinen ligt midden in het land (door die aangroei van het land). Naast alle bijzondere vegetatie is het beroemd om de wilde paarden.

Wij dus een tochtje geboekt bij zo’n klein bootje. De eerste 1,5 uur alleen maar kanaaltjes door het riet…best mooi…maar daar hadden we inmiddels al wel heel veel van gezien. Toen kwamen we bij een nederzetting waar toeristen in laadbakken werden geladen voor de ultieme safari-ervaring. In onze VW-LT uit, ik schat, 1814 werden 23 mensen geladen terwijl er hooguit 18 in konden. Belinda kwam wat later in de wagen en moest enige toeristen corrigerend toespreken om een plekje te bemachtigen…ik voelde met ze mee. Onze chauffeur/gids bleek vloeiend Roemeens te spreken. Hij kon er dus weinig aan doen dat wij daar niet veel van begrepen. Na een half uur in een laadbak over een onverharde weg met Billie en Bessie Turf naast ons werden we uitgeladen en gingen we door dat bos lopen met wederom uitstekende Roemeense toelichting. Het enige bijzondere dat we konden ontdekken waren de duinen in het bos…voor de rest had het ook de Veluwe kunnen zijn. Een Roemeense mede-toerist probeerde nog wat zaken voor ons te vertalen, erg vriendelijk.

Op de terugweg werd het pas echt interessant. Toen stuiten we op een grote groep wilde paarden met veulentjes. Waarom zien beesten er in het wild altijd zoveel mooier uit dan in opgesloten/getemde toestand? Of is dat mijn verbeelding?

Na dit hoogtepunt volgde de lunch…waar we ons niet zoveel meer van hadden voorgesteld…maar ook dat viel heel erg mee met traditionele Donau visjes. Lekkah! En zelfs de terugweg met het bootje werd nog mooi door een omweg over 1 van de lagunes. Bijzondere omgeving met natuurlijk de hier niet te vermijden, maar o zo leuke Pelikanen.

De volgende dag hebben René en ik het originele plan voor een eigen expeditie met Teddy in de Delta nieuw leven ingeblazen. Gewapend met een 500mm telelens zat David Attenborough jr. voorin de rubberboot. Onderweg door 1 van de kanaaltjes kwam ons een klein bootje voorbij. Wij erachteraan (hij zal de weg wel weten) op snelheid. Met René voorin kwam Teddy nogal in een kadans van op en neer gaan…kan ook iets met zijn hobby te maken hebben… Even verder was de man voor ons gestopt en wenkte ons om ook te stoppen. Hij wilde ons uitleggen hoe we die kadans konden opheffen…alweer erg vriendelijk. Hij wist ons ook prima tips te geven over de route door dit deel van de Delta en waar we wat konden zien. Het werd een mooie tocht.

Die avond gingen we met een Roemeens gezin dat we ontmoet hadden op de boulevard naar het kerkhof van Sulina. Dat is vrij beroemd omdat er Joden, Orthodoxen, Katholieken etc. door elkaar liggen. Nog beroemder is het verhaal van de Griekse piraat die er begraven ligt. Hij maakte de Zwarte Zee rond de Delta onveilig tot hij in 1871 door de Russen werd doodgeschoten en wordt gezien als de laatste piraat van Europa. Het is in ieder geval het enige graf ter wereld dat als Piraat geregistreerd staat.

De hele begraafplaats is fantastisch. Je zou er zo een spaghetti-western kunnen opnemen. Compleet met ouderwetse lijkkoets en zwarte raven op het kapelletje. Mooie verhalen op de oude stenen, veelal zeelui die door schipbreuk zijn omgekomen. De absolute afwezigheid van marketing en commercie in dit land wordt hier heel duidelijk. In Amerika zou een dorp met het graf van de enige piraat al merchandise stalletjes kilometers buiten het dorp hebben compleet met piraten-tours, originele piraten houten benen etc. Hier is er niet eens een verwijzing naar het graf. We hebben letterlijk met 6 mensen meer dan een half uur gezocht voordat we de steen gevonden hadden…dat maakt het ook wel heel mooi…want nog niet vertrapt onder de toeristen…

Natuurlijk moest er met enig ceremonieel eer betuigt worden aan deze laatste vrije jongen van Europa.

De volgende dag dus vroeg uit de veren en het zeegat uit. Heerlijk! Een vrij lang stuk naar Constanta, de grootste havenstad van Roemenië. Prachtig weer, heerlijk in het zonnetje terwijl we continue de Dolfijnen rond de boot zagen opduiken. In Constanta komen we voor het eerst dit jaar weer in een echte zeehaven. Op sommige plekken een heel mooie stad…maar helaas ook veel van de gebruikelijke architectuurstijlen.

Hier gaat René ons weer verlaten. Hij neemt de trein naar Boekarest en vliegt dan weer naar huis. Daarover, over Constanta en het vervolg langs de Bulgaarse kust volgende week meer.

Cheers, André

Beestenboel

We zijn in de Donau Delta! Hier mondt deze majestueuze rivier uit in de Zwarte Zee. Maar voordat ze dat doet vertakt ze in vele grotere en kleinere stromen en meertjes om op die manier het grootste UNESCO natuurgebied van Europa te vormen en ook 1 van de grootste wetland gebieden van de wereld…op de grens van Roemenië en de Oekraïne…vol met beesies! Om te beginnen muggen, heel veel muggen!

Vandaag zijn we met een 10-persoons speedboot vanuit Tulcea het gebied ingetrokken…een bizarre ervaring. We waren namelijk niet de enige 200+pk speedboot…daar varen er tientallen van…tussen de langzame rondvaartboten door…en de visboten…en de sleepboten…en 95% van de tijd vol gas…ja, ook door 10 meter brede slootjes…dan zetten ze bij elke bocht een sirene aan in de hoop dat eenzelfde debiel die van de andere kant met dezelfde snelheid komt dat hoort. Dat hier überhaupt nog beesten leven is een mirakel. Gelukkig zijn grote delen van de Delta volledig afgesloten voor dit soort malloten.

Ondanks dit alles is het een schitterend gebied. Een soort van enorme Biesbosch met Pelikanen. Briljante beesten!

De beestenboel begon al vorige week toen ik jullie achterliet in Somovit in een remake van de openingsscène van Once upon a time in the West. We waren daar beland omdat op onze geplande stop de ponton op de kant was gezet. Somovit is een verlaten haventerrein met Douanepost. De ponton waaraan we aanlegden was in een zodanige staat dat we er niet vanaf de boot op durfden te springen.

Voor de zekerheid ging ik toch maar even de kant op om me te melden bij eventuele aanwezigen. Om te beginnen moest ik dan via een overdekt wandelpad helemaal om het gebouw heen. Toen ik daar was kwam er een complete roedel wilde honden blaffend op me af gerend. Aangezien ik weinig zin had de komende dagen op de tetanus-poli van Somovit door te brengen ben ik, zo cool mogelijk…terwijl de bilnaad behoorlijk vochtig werd, maar even omgekeerd naar de boot. Daar even mijn honden-afweer-dingetje (zo’n ding dat een ultra hoog geluid produceert) gepakt.

Nog een poging. Toen kwamen er slechts 2 honden en dat bleken lieve beesten te zijn. Dingetje dus niet gebruikt. Niemand te vinden  Het idioot grote kantoor was een grote bende…met leuke bloembakjes voor de ramen…WTF?

Toen ik weer naar buiten liep kwam de broer van Mladic aanlopen in een camouflagepak…die was niet bang van mijn Dingetje maar bleek gelukkig van goede wil. “I’m harbor security” zegt de man zonder in de lach te schieten. Dat was gelijk al zijn Engels dus kon ik me rustig afvragen “welke harbor?” en “wat valt hier naast de bloembakjes nog meer te bewaken?”.

Na wat heen en weer gebeld te hebben (met Karremans?) was het OK als we bleven liggen. Hij was ook duidelijk goede vrienden met de honden die zich langzamerhand om ons heen verzamelden. Een hele leuke volgde mij terug naar de boot waar Belinda eten aan het koken was. Het beest heeft daar zeker een kwartier heel zielig naar binnen liggen kijken door het keukenraam onder de uitgang van de afzuiger.

De volgende dag hebben we ons maar onttrokken aan alle aantrekkelijkheden van Somovit en zijn naar Rousse gegaan. Yacht Club Rousse om precies te zijn. Wederom ingericht op kleine bootjes maar volgens havenmeester Boyko “no problem”. Geweldige man met veel ervaring op Donau en Zwarte Zee die ons prima tips heeft gegeven…en voor Belinda niet onbelangrijk: een enorme beestenboel met jonge katjes. “No cats, big mouses” volgens Boyko.

Rousse is een leuke plaats in tegenstelling tot wat we tot nu toe aan Bulgaarse plaatsen gezien hadden. Het maakte zelfs een relatief rijke indruk. Hier een auto gehuurd om in de omgeving rond te kijken en naar Boekarest te gaan om René op te halen.

Ten zuiden van Rousse is een groot natuurpark met een aantal Grotkerken in hoge steile rotswanden. Bijzondere bouwsels. We zijn er in 2 geweest. De eerste maakte een vrij nieuwe en gecultiveerde indruk. De tweede was, na een hele klim, erg indrukwekkend en uit de 13e eeuw met nog originele fresco’s van b.v. het laatste avondmaal en andere Bijbelse voorstellingen.

De volgende dag naar Boekarest. Dat leek eenvoudiger dan het is. Je moet dan de Donau en de grens over tussen Bulgarije en Roemenië. Ik dacht: een binnengrens tussen 2 EU landen, dat is zoiets als van Nederland naar Duitsland…niet dus. Kost snel een uurtje aan wachtrijen en veel mannen die documenten willen zien, kofferbak controleren etc… Erg fijn.

Onderweg door Roemenië wordt wel duidelijk dat dit niet echt EU is. Wel erg leuk. Paard en wagens op de snelweg…nou ja snelweg…er ligt wel eens een rotonde in…of een Dacia…of een gat…of vele fruitverkopers op de vluchtstrook…of opgehangen geslachte varkens. Laten we zeggen: niet de A2 in het spitsuur.

Dan, op Belinda’s verjaardag, naar Boekarest. Daar gaat ze haar cadeautje: de komst van haar favoriete zwager, ophalen. Boekarest is niet zo’n verschrikkelijk interessante of mooie stad. Als eerste maar naar het megalomane paleis van Ceaucescu, nu het Parlement. Na het Pentagon het grootste gebouw ter wereld. Je moet het zien om het te geloven. Bizar dat juist het communisme zo’n wanstaltigheid heeft voortgebracht…iedereen was gelijk…maar sommigen duidelijk iets gelijker dan anderen…

Ook de wijk eromheen is geheel tegen de vlakte gegaan en vormt een enorm gat in de stad. Daarna gaan we nog naar een soort van Roemeens Zuiderzee museum waar allerlei voorbeelden van huizen en andere zaken uit verschillende gebieden van Roemenië bij elkaar zijn gebracht compleet met mensen in klederdracht en proeven van de lokale keuken. Leuk om te zien.

Ook erg leuk om te zien was boroer René! Hij was al 2 dagen in Boekarest Old Town (het leukste gedeelte van de stad) en vaart een week of 2 mee. Belangrijkste deze middag is natuurlijk om een kroeg te vinden waar ze de race in Monaco uitzenden! No problem! Onze huur auto hadden we achtergelaten in de zorgzame handen van “Creativ Security”, Briljant!

De volgende dag zijn we met nog veel meer tips van Boyko, die ook nog foto’s voor zijn gastenboek wilde maken, vertrokken richting Silistra, de laatste stad in Bulgarije. We liggen hier aan een ponton van een mooi hotel.

Hier klaren we uit, uit Bulgarije. Dat ging opvallend eenvoudig. Toen alle intelligentsia voor dit complexe proces eindelijk verzameld was, was het met een paar documenten en stempels geregeld. Aan de overkant van de Donau heeft de Roemeense Grenspolitie en Douane een post, dus gelijk maar daarheen om in te klaren. Dat leek heel eenvoudig te gaan. We waren eigenlijk al klaar toen “mijn” Douane beambte op de terugweg zijn baas tegenkwam. Die begonnen in het Roemeens tegen elkaar uit te varen. Geen idee waarover maar het resultaat was dat ik nog een keer meekon naar hetzelfde hok en er nog veel meer documenten gemaakt moesten worden en ingewikkelde vragen gesteld. Ze wilden ook mee naar de boot. Toen ze daar Belinda en vooral René gezien hadden konden we direct weg.

Omdat het doel sinds Rousse, Tulcea en de Donau Delta is. En de Donau op dit laatste gedeelte wel erg mooi maar behoorlijk eentonig (hele brede rivier met veel eilanden en bossen erlangs) is, maken we een paar dagen achter elkaar wat langere klappen. Zo kwamen we min of meer bij toeval deze dag in Hirsova terecht. Een enorme dump met grote Roma populatie waar bovenuit dan een heel fraaie kerk met gouden koepels (die erg vast zitten want nog niet gejat) toornt.

Op de prive-ponton waar we uiteindelijk mochten aanleggen hadden we direct bezoek van 2 geweldig leuke honden die alles samen deden.

Op weg naar de kerk komen we langs een Roma bruiloft “My Gipsy wedding”. Dat begon erg leuk, maar binnen no-time stonden er tieners met de nieuwste sportkleding aan en mobiele telefoons te bedelen omdat ze zo’n honger hadden…jammer.

De volgende dag naar Braila. We varen in dit warme weer met de deuren open en hebben nog wel eens een zwaluw (ik noem elke kleine vogel een zwaluw, behalve de mus, die noem ik zwaluw) binnen. Dit keer hadden we tot grote schrik van Belinda er 2 in het stuurhuis. Braila is een vrij grote stad en wordt de Roma-hoofdstad van Roemenië genoemd. Het was ons ontraden er naartoe te gaan, maar er was helemaal niets te merken van Roma’s, diefstal etc. Gewoon best een leuke stad met veel leven langs de Donau. Zelfs de Marina was redelijk ontwikkeld voor Roemeense begrippen. Erg lekker zitten eten op uitnodiging van René bij het meest chique restaurant van Braila…ook nog in een lokale kroeg gezeten waar de lokale wijn een euro per liter kostte en alleen maar mannen zitten…Belinda kreeg het er warm van…

Dan via de eerste zeehaven, Galati, naar Tulcea en de Delta.

Daarover en de Zwarte Zee volgende week meer.

Cheers, André