Het gat in het water, deel 1

“Een boot is fantastisch…als ze van iemand anders is”, “Koop een boot, werk je dood”, “Watersport is als onder de douche staan terwijl je honderdjes verscheurt”, of

“Een boot is een gat in het water waar je geld in stort”.

Ik ken eigenlijk alleen maar volkswijsheden over pleziervaart die het sterk afraden. Alleen het woord al “pleziervaart”. Als je het er zo dik op moet leggen zal het wel niet erg plezierig zijn. Wat bezielt dan die miljoenen mensen rond de wereld die volledig verkocht en verknocht zijn aan HUN boot? Om niet direct in een brede maatschappelijke discussie te verzeilen: wat bezielt mij al mijn hele leven met bootjes?

Ik heb eigenlijk geen idee. Het is het gevoel van pure vrijheid, een relativering van het alledaagse gedoe. Zeker op zee ook het op jezelf aangewezen zijn. Het grote niets. Vreemd genoeg zijn zowel aankomst in- als vertrek uit- zeehavens altijd een mooi moment. Het zal ook wel iets genetisch hebben.

Mijn opa was binnenschipper onder zeil. Ja op zo’n ding waar ze nu heel romantisch mee gaan skutsjesilen. In de jaren 20, 30 en 40 een stuk minder romantisch. Leven met een gezin in een roefje van 3×3 en af en toe zelf het schip trekken. Romantiek daar gelaten is het al een wonder dat er sowieso aan de productie van kinderen werd toegekomen. Mijn vader groeide dus op, op “de tyd zal t leren”…ja de schippers uit die tijd hadden een wat berustende aard…

2
De tyd zal ’t leeren met Pa en zijn broer bij de mast

Mijn vader, die eigenlijk boer wilde worden, monsterde na zijn onderduikperiode in 45 aan als “mijnenjongen” op een zeeschip om uitzending naar Indië te ontlopen. Begin jaren 50 kreeg hij als kapitein zijn eigen coaster en zwierf hij, vanaf 52 samen met mijn moeder, de Europese en Afrikaanse kustwateren af in de wilde vaart. Begin 60 kwamen ze “aan de wal”. Ze kochten echter al snel een “plezierboot”, de Alma (yep, ALbertus en MAria) een 9m motorboot. Iets dat in de jaren 60 nog vrij bijzonder was.

Als kleine jongen had ik de beschikking over een Sportyak met – na nog een paar jaar – als hoogtepunt een 1,5pk Evinrude outboard! Om de enorme progressie in de pleziervaart te illustreren: dat bootje wordt na 50 jaar in volledig ongewijzigde vorm nog steeds geproduceerd onder de naam Bic 200. Er volgden nog een aantal bootjes tot ik 18 werd en als enige van mijn vrienden eerst een boot kocht voordat ik een auto kocht. Het was een oude SeaRay 190. Briljante boot waar 8 jaar lang erg veel plezier aan beleeft is, voornamelijk op het Brielse Meer.

SR190_0011
Trots op mijn eerste eigen boot een SeaRay 190

Om geld te verzamelen voor onzinnige zaken als trouwen en een huis bouwen werd de SeaRay, die nooit een naam heeft gehad, verkocht. Het duurde echter maar een paar jaar voordat het virus weer de overhand kreeg. Ik ben 1 van die gelukkige bootmensen die een vrouw heeft die niet alleen mij, maar ook de watersport volledig heeft omarmd. Dus begin 90 werd de eerste Mr.Bean aangeschaft (zie vorige episode). Wederom een SeaRay, maar nu een 240…een 24 voet Flybridge! Dit moet de kleinste Flybridge ooit geproduceerd zijn. Vooral gebouwd als vissen-op-snelheid boot voor de Amerikaanse wateren. De eerste met een V8…en dames: once you go V-eight, everything else you hate 🙂

Het was ook de eerste boot waarop Laura en Ricardo hun zeebenen konden ontwikkelen en waarmee we meerdere dagen op pad gingen. Het slapen vergde wel enige verbouwing van het interieur…of wat daarvoor doorging.

Poging Mr.Bean tot zinken te brengen
Poging Mr.Bean tot zinken te brengen

Tegen 1996 hadden we voldoende vakanties besteed op campings met huurtenten…wat een ellende. We gingen voor een grotere boot om vakanties op te kunnen besteden. Het werd een Regal 320 genaamd Pegasus…ter verdediging: zo heette ze al en het brengt ongeluk de naam van een schip te wijzigen.  Het was een 34 voet monster met 2 V8 Big Blocks. Voluit liep het zo’n 90km/u en kon je een lokale global warming creëren met het benzineverbruik. Het was de eerste boot waar we mee op zee gingen en de oversteek naar Engeland waagden…errug spannend!

Pegasus bij 46 knopen
Pegasus bij 46 knopen

Maar niet alleen op zee, we zijn met deze boot bijvoorbeeld ook binnendoor naar Parijs gevaren. Kleine kanalen, 130 sluisjes en zelfs een 7km tunnel. De perfecte omgeving voor zo’n snelheidsmonster 🙂 Daarna natuurlijk wel over de Seine naar buiten en via Guernsey terug knallen naar huis.

De Pegasus had 2 hutten met 2-persoons bedden. Prima toen Laura en Ricardo een jaar of 7 waren…maar minder tegen de puberteit. Omdat ook de zeereizen erg goed bevielen gingen we in 2002 voor een groter schip. Dat werd een Giorgi 46 die, toen we hem kochten van een Duitse familie, “We are family” heette. Dat was reden genoeg het schippersbijgeloof over het veranderen van de naam overboord te zetten en het werd de Warp11. Yep, voor de trekkies, 1-tje meer dan de maximum snelheid in Star Trek 🙂

Warp11 at basecamp Lemmer
Warp11 at basecamp Lemmer

Nu heb ik gelezen dat je een blogpost niet te lang moet maken en ik zie het woordentellertje al op 821 staan, nee 824, nee 🙂 In deel 2 meer over de avonturen met deze Italiaanse schoonheid, houten bootjes en komen we eindelijk toe aan het onderwerp van deze blog: Mr.Bean2.

Cheers, Andre