Life’s a Beach

We zijn weer op ZEE!! Na ruim 2 maanden rivieren is dat wel heeeel errug lekker. Vraag me niet waarom want het is een grote plas zout water…erg saai…maar de kust en de zee hebben een eigen sfeer, geur, geluid en vooral ruimte. De eerste kennismaking met de Zwarte Zee was deze week in Sulina. Vanuit de haven zijn we naar het strand gegaan om de Zwarte Zee, voor ons beide voor het eerst, te zien, voelen en ruiken.

De Donaudelta kent mooie stranden en lagunes omdat de Donau enorme hoeveelheden Europa naar de Zwarte Zee transporteert. Aan de rand van Sulina staat een vuurtoren die in 1870 nog aan zee stond…nu 2km in het binnenland. 1 Kilometer verder staat er 1 van 50 jaar later die inmiddels ook niet meer te gebruiken is en de nieuwste staat nu op het uiteinde van de 2 pieren die de Donau naar zee begeleiden.

Je kan hier dus letterlijk Europa zien aangroeien. Dat maakt de rit naar buiten wat avontuurlijker omdat er nogal wat schuivende zandbanken zijn. Zelfs op deze rustige ochtend is het voor de monding nog een behoorlijk rommelige toestand. We volgen het lokale advies om ca. 5 mijl rechtuit naar buiten te varen trouw op om niet op een onbekende bank te stuit(er)en.

Mr.Bean2 schommelt weer. Wel ff wennen, de boot is behoorlijk Zeeonwaardig geworden met alle losse spullen…de eerste paar brekers zorgen voor nogal wat tumult van schuivende en rollende zaken door de boot.

Vorige week waren we net aan de Delta begonnen in Tulcea. Hier verzamelen de meeste toeristen zich die de Delta in willen trekken. Verder een typisch Oostblok stadje met als overheersende architectuurstijlen: Nooit-afgemaakt, Vol-met-betonrot, Waar-is-het-dak en Niet-langslopen-als-je-geen-balkon-op-je-knar-wilt-krijgen.

Na onze speedboot avonturen in de Delta was het plan om zo’n beetje halverwege de Delta te varen over de zogenaamde Sulina-arm. Daar Mr.Bean2 ergens vast te knopen en dan met Teddy nog wat eigen expedities te doen. Daar hadden we zelfs een vergunning voor gekocht. Lang verhaal kort konden we halverwege helemaal niets vinden om een beetje verantwoord aan vast te knopen. Uiteindelijk, mede op dringend advies van Belinda doorgevaren naar Sulina aan de Zwart Zee. Dat is dus km-paal 0 van een reis op de Donau die in Kelheim, waar wij erop kwamen, op 2411 begon. Met recht dus niet alleen een km-paal maar ook een mijlpaal!

Sulina is een bijzonder stadje. Het was Pinksterweekend en nog steeds schitterend weer dus veel Roemeense toeristen. Die komen allemaal met de boot uit Tulcea want er zijn geen wegen naar Sulina. Je ziet er amper auto’s. Het ligt midden in de Delta, dus ook hier veel mensen met kleine bootjes die tochten aanbieden.

We hadden van Roemenen gehoord dat we in ieder geval naar Letea moesten gaan. Dat is het meest Noordelijke subtropische bos ter wereld dat voor een groot deel in duinen ligt midden in het land (door die aangroei van het land). Naast alle bijzondere vegetatie is het beroemd om de wilde paarden.

Wij dus een tochtje geboekt bij zo’n klein bootje. De eerste 1,5 uur alleen maar kanaaltjes door het riet…best mooi…maar daar hadden we inmiddels al wel heel veel van gezien. Toen kwamen we bij een nederzetting waar toeristen in laadbakken werden geladen voor de ultieme safari-ervaring. In onze VW-LT uit, ik schat, 1814 werden 23 mensen geladen terwijl er hooguit 18 in konden. Belinda kwam wat later in de wagen en moest enige toeristen corrigerend toespreken om een plekje te bemachtigen…ik voelde met ze mee. Onze chauffeur/gids bleek vloeiend Roemeens te spreken. Hij kon er dus weinig aan doen dat wij daar niet veel van begrepen. Na een half uur in een laadbak over een onverharde weg met Billie en Bessie Turf naast ons werden we uitgeladen en gingen we door dat bos lopen met wederom uitstekende Roemeense toelichting. Het enige bijzondere dat we konden ontdekken waren de duinen in het bos…voor de rest had het ook de Veluwe kunnen zijn. Een Roemeense mede-toerist probeerde nog wat zaken voor ons te vertalen, erg vriendelijk.

Op de terugweg werd het pas echt interessant. Toen stuiten we op een grote groep wilde paarden met veulentjes. Waarom zien beesten er in het wild altijd zoveel mooier uit dan in opgesloten/getemde toestand? Of is dat mijn verbeelding?

Na dit hoogtepunt volgde de lunch…waar we ons niet zoveel meer van hadden voorgesteld…maar ook dat viel heel erg mee met traditionele Donau visjes. Lekkah! En zelfs de terugweg met het bootje werd nog mooi door een omweg over 1 van de lagunes. Bijzondere omgeving met natuurlijk de hier niet te vermijden, maar o zo leuke Pelikanen.

De volgende dag hebben René en ik het originele plan voor een eigen expeditie met Teddy in de Delta nieuw leven ingeblazen. Gewapend met een 500mm telelens zat David Attenborough jr. voorin de rubberboot. Onderweg door 1 van de kanaaltjes kwam ons een klein bootje voorbij. Wij erachteraan (hij zal de weg wel weten) op snelheid. Met René voorin kwam Teddy nogal in een kadans van op en neer gaan…kan ook iets met zijn hobby te maken hebben… Even verder was de man voor ons gestopt en wenkte ons om ook te stoppen. Hij wilde ons uitleggen hoe we die kadans konden opheffen…alweer erg vriendelijk. Hij wist ons ook prima tips te geven over de route door dit deel van de Delta en waar we wat konden zien. Het werd een mooie tocht.

Die avond gingen we met een Roemeens gezin dat we ontmoet hadden op de boulevard naar het kerkhof van Sulina. Dat is vrij beroemd omdat er Joden, Orthodoxen, Katholieken etc. door elkaar liggen. Nog beroemder is het verhaal van de Griekse piraat die er begraven ligt. Hij maakte de Zwarte Zee rond de Delta onveilig tot hij in 1871 door de Russen werd doodgeschoten en wordt gezien als de laatste piraat van Europa. Het is in ieder geval het enige graf ter wereld dat als Piraat geregistreerd staat.

De hele begraafplaats is fantastisch. Je zou er zo een spaghetti-western kunnen opnemen. Compleet met ouderwetse lijkkoets en zwarte raven op het kapelletje. Mooie verhalen op de oude stenen, veelal zeelui die door schipbreuk zijn omgekomen. De absolute afwezigheid van marketing en commercie in dit land wordt hier heel duidelijk. In Amerika zou een dorp met het graf van de enige piraat al merchandise stalletjes kilometers buiten het dorp hebben compleet met piraten-tours, originele piraten houten benen etc. Hier is er niet eens een verwijzing naar het graf. We hebben letterlijk met 6 mensen meer dan een half uur gezocht voordat we de steen gevonden hadden…dat maakt het ook wel heel mooi…want nog niet vertrapt onder de toeristen…

Natuurlijk moest er met enig ceremonieel eer betuigt worden aan deze laatste vrije jongen van Europa.

De volgende dag dus vroeg uit de veren en het zeegat uit. Heerlijk! Een vrij lang stuk naar Constanta, de grootste havenstad van Roemenië. Prachtig weer, heerlijk in het zonnetje terwijl we continue de Dolfijnen rond de boot zagen opduiken. In Constanta komen we voor het eerst dit jaar weer in een echte zeehaven. Op sommige plekken een heel mooie stad…maar helaas ook veel van de gebruikelijke architectuurstijlen.

Hier gaat René ons weer verlaten. Hij neemt de trein naar Boekarest en vliegt dan weer naar huis. Daarover, over Constanta en het vervolg langs de Bulgaarse kust volgende week meer.

Cheers, André

Beestenboel

We zijn in de Donau Delta! Hier mondt deze majestueuze rivier uit in de Zwarte Zee. Maar voordat ze dat doet vertakt ze in vele grotere en kleinere stromen en meertjes om op die manier het grootste UNESCO natuurgebied van Europa te vormen en ook 1 van de grootste wetland gebieden van de wereld…op de grens van Roemenië en de Oekraïne…vol met beesies! Om te beginnen muggen, heel veel muggen!

Vandaag zijn we met een 10-persoons speedboot vanuit Tulcea het gebied ingetrokken…een bizarre ervaring. We waren namelijk niet de enige 200+pk speedboot…daar varen er tientallen van…tussen de langzame rondvaartboten door…en de visboten…en de sleepboten…en 95% van de tijd vol gas…ja, ook door 10 meter brede slootjes…dan zetten ze bij elke bocht een sirene aan in de hoop dat eenzelfde debiel die van de andere kant met dezelfde snelheid komt dat hoort. Dat hier überhaupt nog beesten leven is een mirakel. Gelukkig zijn grote delen van de Delta volledig afgesloten voor dit soort malloten.

Ondanks dit alles is het een schitterend gebied. Een soort van enorme Biesbosch met Pelikanen. Briljante beesten!

De beestenboel begon al vorige week toen ik jullie achterliet in Somovit in een remake van de openingsscène van Once upon a time in the West. We waren daar beland omdat op onze geplande stop de ponton op de kant was gezet. Somovit is een verlaten haventerrein met Douanepost. De ponton waaraan we aanlegden was in een zodanige staat dat we er niet vanaf de boot op durfden te springen.

Voor de zekerheid ging ik toch maar even de kant op om me te melden bij eventuele aanwezigen. Om te beginnen moest ik dan via een overdekt wandelpad helemaal om het gebouw heen. Toen ik daar was kwam er een complete roedel wilde honden blaffend op me af gerend. Aangezien ik weinig zin had de komende dagen op de tetanus-poli van Somovit door te brengen ben ik, zo cool mogelijk…terwijl de bilnaad behoorlijk vochtig werd, maar even omgekeerd naar de boot. Daar even mijn honden-afweer-dingetje (zo’n ding dat een ultra hoog geluid produceert) gepakt.

Nog een poging. Toen kwamen er slechts 2 honden en dat bleken lieve beesten te zijn. Dingetje dus niet gebruikt. Niemand te vinden  Het idioot grote kantoor was een grote bende…met leuke bloembakjes voor de ramen…WTF?

Toen ik weer naar buiten liep kwam de broer van Mladic aanlopen in een camouflagepak…die was niet bang van mijn Dingetje maar bleek gelukkig van goede wil. “I’m harbor security” zegt de man zonder in de lach te schieten. Dat was gelijk al zijn Engels dus kon ik me rustig afvragen “welke harbor?” en “wat valt hier naast de bloembakjes nog meer te bewaken?”.

Na wat heen en weer gebeld te hebben (met Karremans?) was het OK als we bleven liggen. Hij was ook duidelijk goede vrienden met de honden die zich langzamerhand om ons heen verzamelden. Een hele leuke volgde mij terug naar de boot waar Belinda eten aan het koken was. Het beest heeft daar zeker een kwartier heel zielig naar binnen liggen kijken door het keukenraam onder de uitgang van de afzuiger.

De volgende dag hebben we ons maar onttrokken aan alle aantrekkelijkheden van Somovit en zijn naar Rousse gegaan. Yacht Club Rousse om precies te zijn. Wederom ingericht op kleine bootjes maar volgens havenmeester Boyko “no problem”. Geweldige man met veel ervaring op Donau en Zwarte Zee die ons prima tips heeft gegeven…en voor Belinda niet onbelangrijk: een enorme beestenboel met jonge katjes. “No cats, big mouses” volgens Boyko.

Rousse is een leuke plaats in tegenstelling tot wat we tot nu toe aan Bulgaarse plaatsen gezien hadden. Het maakte zelfs een relatief rijke indruk. Hier een auto gehuurd om in de omgeving rond te kijken en naar Boekarest te gaan om René op te halen.

Ten zuiden van Rousse is een groot natuurpark met een aantal Grotkerken in hoge steile rotswanden. Bijzondere bouwsels. We zijn er in 2 geweest. De eerste maakte een vrij nieuwe en gecultiveerde indruk. De tweede was, na een hele klim, erg indrukwekkend en uit de 13e eeuw met nog originele fresco’s van b.v. het laatste avondmaal en andere Bijbelse voorstellingen.

De volgende dag naar Boekarest. Dat leek eenvoudiger dan het is. Je moet dan de Donau en de grens over tussen Bulgarije en Roemenië. Ik dacht: een binnengrens tussen 2 EU landen, dat is zoiets als van Nederland naar Duitsland…niet dus. Kost snel een uurtje aan wachtrijen en veel mannen die documenten willen zien, kofferbak controleren etc… Erg fijn.

Onderweg door Roemenië wordt wel duidelijk dat dit niet echt EU is. Wel erg leuk. Paard en wagens op de snelweg…nou ja snelweg…er ligt wel eens een rotonde in…of een Dacia…of een gat…of vele fruitverkopers op de vluchtstrook…of opgehangen geslachte varkens. Laten we zeggen: niet de A2 in het spitsuur.

Dan, op Belinda’s verjaardag, naar Boekarest. Daar gaat ze haar cadeautje: de komst van haar favoriete zwager, ophalen. Boekarest is niet zo’n verschrikkelijk interessante of mooie stad. Als eerste maar naar het megalomane paleis van Ceaucescu, nu het Parlement. Na het Pentagon het grootste gebouw ter wereld. Je moet het zien om het te geloven. Bizar dat juist het communisme zo’n wanstaltigheid heeft voortgebracht…iedereen was gelijk…maar sommigen duidelijk iets gelijker dan anderen…

Ook de wijk eromheen is geheel tegen de vlakte gegaan en vormt een enorm gat in de stad. Daarna gaan we nog naar een soort van Roemeens Zuiderzee museum waar allerlei voorbeelden van huizen en andere zaken uit verschillende gebieden van Roemenië bij elkaar zijn gebracht compleet met mensen in klederdracht en proeven van de lokale keuken. Leuk om te zien.

Ook erg leuk om te zien was boroer René! Hij was al 2 dagen in Boekarest Old Town (het leukste gedeelte van de stad) en vaart een week of 2 mee. Belangrijkste deze middag is natuurlijk om een kroeg te vinden waar ze de race in Monaco uitzenden! No problem! Onze huur auto hadden we achtergelaten in de zorgzame handen van “Creativ Security”, Briljant!

De volgende dag zijn we met nog veel meer tips van Boyko, die ook nog foto’s voor zijn gastenboek wilde maken, vertrokken richting Silistra, de laatste stad in Bulgarije. We liggen hier aan een ponton van een mooi hotel.

Hier klaren we uit, uit Bulgarije. Dat ging opvallend eenvoudig. Toen alle intelligentsia voor dit complexe proces eindelijk verzameld was, was het met een paar documenten en stempels geregeld. Aan de overkant van de Donau heeft de Roemeense Grenspolitie en Douane een post, dus gelijk maar daarheen om in te klaren. Dat leek heel eenvoudig te gaan. We waren eigenlijk al klaar toen “mijn” Douane beambte op de terugweg zijn baas tegenkwam. Die begonnen in het Roemeens tegen elkaar uit te varen. Geen idee waarover maar het resultaat was dat ik nog een keer meekon naar hetzelfde hok en er nog veel meer documenten gemaakt moesten worden en ingewikkelde vragen gesteld. Ze wilden ook mee naar de boot. Toen ze daar Belinda en vooral René gezien hadden konden we direct weg.

Omdat het doel sinds Rousse, Tulcea en de Donau Delta is. En de Donau op dit laatste gedeelte wel erg mooi maar behoorlijk eentonig (hele brede rivier met veel eilanden en bossen erlangs) is, maken we een paar dagen achter elkaar wat langere klappen. Zo kwamen we min of meer bij toeval deze dag in Hirsova terecht. Een enorme dump met grote Roma populatie waar bovenuit dan een heel fraaie kerk met gouden koepels (die erg vast zitten want nog niet gejat) toornt.

Op de prive-ponton waar we uiteindelijk mochten aanleggen hadden we direct bezoek van 2 geweldig leuke honden die alles samen deden.

Op weg naar de kerk komen we langs een Roma bruiloft “My Gipsy wedding”. Dat begon erg leuk, maar binnen no-time stonden er tieners met de nieuwste sportkleding aan en mobiele telefoons te bedelen omdat ze zo’n honger hadden…jammer.

De volgende dag naar Braila. We varen in dit warme weer met de deuren open en hebben nog wel eens een zwaluw (ik noem elke kleine vogel een zwaluw, behalve de mus, die noem ik zwaluw) binnen. Dit keer hadden we tot grote schrik van Belinda er 2 in het stuurhuis. Braila is een vrij grote stad en wordt de Roma-hoofdstad van Roemenië genoemd. Het was ons ontraden er naartoe te gaan, maar er was helemaal niets te merken van Roma’s, diefstal etc. Gewoon best een leuke stad met veel leven langs de Donau. Zelfs de Marina was redelijk ontwikkeld voor Roemeense begrippen. Erg lekker zitten eten op uitnodiging van René bij het meest chique restaurant van Braila…ook nog in een lokale kroeg gezeten waar de lokale wijn een euro per liter kostte en alleen maar mannen zitten…Belinda kreeg het er warm van…

Dan via de eerste zeehaven, Galati, naar Tulcea en de Delta.

Daarover en de Zwarte Zee volgende week meer.

Cheers, André

Kalashnikovs?

Viden, het eerste plaatsje in Bulgarije. Voorlopig is de Donau grensrivier tussen Roemenië en Bulgarije. Bulgarije lijkt voor dit gedeelte boeiender, daarom hier inklaren…nadat we in Prahovo uit Servië zijn uitgeklaard. Dat laatste was een beetje een anti-climax. Ik had me voorbereid op weer een hilarische Monty Python sketch, maar niets van dat alles. Toen we aanlegden aan de ponton begon een mevrouw in uniform haar straatje schoon te vegen…en dat bedoel ik letterlijk…ze zag klanten en wilde er waarschijnlijk een beetje knap bijzitten. Helaas waren zowel de faciliteiten als de mevrouw zelf dat station al een tijdje gepasseerd…maar het is de gedachte die telt. Ik mocht geen foto van haar maken, maar heb wel haar werkplek vast kunnen leggen toen ze El Kapitan aan het ophalen was.

Heel aardig mens, maakte geen enkel probleem en ging stevig aan het werk met stempels en een opstel schrijven op haar computer. De typemachine (zie kast links) is er zelfs niet aan te pas gekomen. Dit alles onder het genot van een schreeuwende originele beeldbuis TV met daarop een soort van Miss verkiezing voor dames met enorme voorgevels…overigens een vrij normaal accessoire voor veel dames hier. Na nog een paar indringende vragen van El Kapitan zoals: waar ga je heen? Konden we na 30 minuten alweer gaan. Belinda zag aan mij dat er iets niet klopte toen ik weer op de boot kwam…het voelde gewoon niet goed.

Gelukkig werd dit ruimschoots goedgemaakt Bulgarije…terwijl ik me daarvan niet zoveel had voorgesteld want EU…maar dat hebben ze hier nog niet helemaal door. Ook hier leggen we aan aan een oud binnenschip. Heel handig worden die als drijvende steigers gerecycled. Direct staat er een man naast de boot, geen idee waar die zo snel vandaan kwam. Wat we kwamen doen, wat we nodig hadden en wanneer we weg gaan. Inmiddels is de tactiek: zo weinig mogelijk reden geven om te weigeren. Dus: we hebben niets nodig (stroom, water, sanitair, etc.) en we komen inklaren (inmiddels is uit hetzelfde niets ook een Douane beambte ontstaan)…en o ja, we konden wel eens 2 nachten blijven. “Twee nachten!!?? nou dat kon wel eens een probleem zijn”, “Want?” …daar kwam niet echt een antwoord op, dus wendde ik me tot de Douanemeneer die me vertelde waar ik me moest gaan melden…en in deze landen luister je naar mensen in uniform…de eerste meneer (zonder uniform) verdween dus weer.

Inmiddels heb ik alle in-uitklaarzooi bij elkaar in een enveloppe in de kluis. Ik die dus pakken en vol goede moed naar het aangewezen pand. Trapje op kom ik op een leuk terrasje en vervolgens in een soort kroeg. Ik vraag achter de bar naar de Douane en wordt meegenomen naar de nooduitgang. Van een leuk kroegje sta ik ineens in de meest idioot grote, verkrotte hal die je kan bedenken…met daarin…niets. Ik loop wat gedesoriënteerd een trapje af die hal in. Loshangende kabels, plafondplaten, elektradraden, kapotte ruiten…the works. Achterin een hoek ontwaar ik een boord met iets als Customs erop. Een oud mannetje wijst mij op een loket waar ik naartoe moet. Ik dacht dat hij een geintje maakte in deze verlaten hal…maar achter dat loket zit daadwerkelijk een Douane mevrouw…het had de zus van haar Servische collega van die ochtend kunnen zijn. Zij komt via een enorme omweg achter het loket vandaan. Heel aardige dame die ook nog eens behoorlijk Engels spreekt. Het blijkt dat in de zijkamertjes van de hal oude communisten zitten opgesloten die papieren stempelen en naar elkaar sturen. Zij doet met mij een tour daarlangs…en het is net of iedereen dit voor het eerst doet. Meestal staan er rond 1 document zo’n 4 personen te delibereren wat daarmee te gaan doen. Toen herinnerde ik mij de gouden greep in Apatin: “ik heb van alles kopieën”. En ook hier Bingo: Geweldig! iedereen blij. Ze wilden ook allemaal een setje…gelukkig heb ik wel een printer aan boord.

Als klap op de vuurpijl kwam toen de baas van de Douane mij nog een paar moeilijke vragen stellen…klein detail was dat hij alleen Bulgaars sprak…en ik daarin niet veel verder dan de yoghurt kom. De meest hilarische vraag was: Kalashnikovs? Hij wilde dus weten of we nog machinegeweren aan boord hadden. Toen ik in de lach schoot was dat niet de juiste reactie. Vervolgens kwamen mijn nieuwe vriendin en AK47 mee naar de boot voor controle. Uiteindelijk beperkte zich dat tot het aanschouwen van Belinda…ik ga daar verder geen grappen over maken…we moeten nog ff…

Vorige week waren we net geland in Silverlake. Dit is een soort van Servisch Center Parcs aan een afgedamde Donau arm. De steiger die Club Nautika Silverlake heeft liggen is opvallend professioneel en nieuw…maar niet helemaal geschikt voor boten van 19m. Natuurlijk is het allemaal “no problem” en liggen we uiteindelijk een beetje scheef vastgeknoopt aan 2 boxen. Dat kost slechts 40 euro. Bizar in een land waar een halve liter bier op een mooi terras 1 euro kost. Voor dat geld mogen we wel onbeperkt gebruik maken van het Club Nautika clubhuis…een houten keet.

Net als Center Parcs is ook de Servische versie een treurig kamp’. We wilden hier nog een extra dag blijven, maar trokken dat eigenlijk niet en zijn de volgende dag vertrokken richting Donji Milanovac. Dat ligt midden in het traject van 140km dat de Ijzeren Poort heet en wordt gezien als het mooiste gedeelte van de rivier. Hier snijdt de Donau door het Karpaten gebergte. Tot de 19e eeuw was scheepvaart hier vanwege de stroomversnellingen niet mogelijk. Toen hebben ze wat bergen opgeblazen en was er beter te varen…maar nog steeds alleen maar in sleep met de nodige ongelukken. In de jaren 60 hebben Roemenië en Servië (de Donau vormt hier de grens) er 2 stuwmeren van gemaakt…op zijn Communistisch. Dus hele dorpen en eilanden zijn ontruimd en ondergelopen. Inmiddels leveren de Djerdap1 en 2 (zo heten de stuwen) een groot deel van de energie voor deze landen.

Het levert ook bijzondere plaatjes op van bijvoorbeeld kastelen die eens trots hoog boven de Donau stonden en nu half erin…of nog erger: compleet verzopen met nog een paar kantelen van de torens boven water…of boomtoppen etc.

Ook de opgravingen van Lepinski Vir liggen aan dit traject. Deze archeologische site is inmiddels overdekt. Hier werd de gangbare theorie dat landbouw en metaalbewerking vanuit Mesopotamië onze kant op is gekomen onderuit gehaald want er werden hier oudere overblijfselen hiervan gevonden.

Donji Milanovac is geen verschrikkelijk hoogtepunt maar een makkelijke stop. Beetje vakantiedorpje met een paar leuke terrasje. We liggen hier in een bocht waar de Donau meer dan 2km breed is…en het waait nogal hard vanaf de bergen…dus veel geklots tegen de boot ’s nachts…zonder dat we daar zelf een bijdrage aan leveren.

De volgende dag het mooiste, nauwste gedeelte van de Ijzeren Poort met hoogtepunten als het hoofd van Koning Decebal aan de Roemeense kant en de Trajanus tafel ter herinnering aan de eerste stenen brug die hier in 147 door de Romeinse keizer werd gebouwd om diezelfde Decebal en zijn aanhangers te lijf te gaan…bij Kladovo staat nog en overgebleven peiler van die brug.

We komen nu ook bij de eerste Djerdap stuw en sluis. Dit zijn megasluizen waar je in 2 etappes 32 meter naar benden gaat. Om onduidelijke politieke redenen is er een sluis aan de Roemeense kant en 1 aan de Servische kant. Handig denk je misschien, dan is er altijd 1 vrij…maar zo simpel is het natuurlijk niet. Bij toerbeurt wordt de ene of de andere bediend…en moet je ook het gastvlaggetje van dat betreffende land hijsen. Maar hoe vind je nu uit welke sluis werkt…gelukkig hebben we AIS en kunnen we zien in welke sluis activiteit is want op de marifoon wordt botweg niet geantwoord…niet in het Engels, niet in het Duits en zelfs mijn vloeiend Servische Dobro Jutro blijft onbeantwoord…deze sluiswachter kan zo in Oostenrijk aan de slag…

We liggen in de sluis met de Roemeense duwboot Mercur 303. Enorm ding met mannen met grote bierbuiken die bbqen op het dek. Ze vinden het wel lollig zo’n bootje bij hun in de sluis en zijn erg vrolijk naar ons. Wij natuurlijk vrolijk terug doen. De volgende dag in Djerdap2 hebben we daar veel profijt van…

Naast de sluis tegen de heuvel een enorme Joegoslavische vlag met groot de naam van Tito erboven…bijzonder!

We stoppen in Kladovo, wederom aan een ponton (lees oud binnenschip) in de Donau. Vriend Georg uit Belgrado had zijn vriend hier van het Aquastar hotel al gebeld dat we zouden komen en dat was natuurlijk “no problem”. Toen we aankwamen stond de baas al klaar en kwam er ook opeens een oud baasje uit het huisje van het binnenschip/ponton…die woonde daar. En dan zie je hoe bevooroordeeld je bent (in ieder geval ik) want ik dacht: 2 man die zo spontaan komen helpen…dat wordt een forse rekening…totdat baas Aquastar uitlegde dat het helemaal niets kostte…

Kladovo is verder geen wereldschokkende plaats maar heeft mogelijkheid tot uitklaren uit Servië…lang verhaal kort kwam ik met de beambte daar tot de conclusie dat het veel makkelijker zou zijn dit in de laatste Servische plaats, Prahovo, te doen.

De volgende dag een lange etappe voor de boeg naar Viden in Bulgarije. Dat betekent eerst door de Djerdap2 stuw/sluis. Hier is het nog belangrijker om te weten welke kant er vandaag draait…omdat er een eiland tussen ligt en ze 10km uit elkaar liggen…je wilt dus niet naar de verkeerde varen. Op de AIS zie ik dat ook hier de Servische kant actief is en het toeval (als dat al bestaat) wil dat de Mercur 303 net aan het invaren is…wij zijn dan nog 15km weg. Toch maar de stoute schoenen aangetrokken en de sluis in alle talen opgeroepen…en wonder boven wonder antwoord hij op de Duitse variant. We leiden uit de conversatie ook af dat de Mercur het niet erg vindt nog een half uur te wachten. Aardige lui. Geweldig!

Als we bij de sluis aankomen zien we dat we nog een mazzeltje hebben. De Mercur 303 heeft er inmiddels 7 duwbakken voor en vult de hele sluis…behalve de achterste hoek waar een bak ontbreekt…daar kunnen wij mooi liggen.

Bij het uitvaren wordt duidelijk waarom er grote stukken beton uit de muur ontbreken. Dit soort duwstellen zijn amper bestuurbaar. Ze beginnen dus vol te duwen tegen de hele sluisvulling tegelijk…en dan raakt er wel eens een hoekje de muur…met veel kabaal van schurend staal en versplinterend beton baant het geheel zich een weg naar buiten.

Viden is, los van de hele inklaarhappening, een bijzondere plaats. Om te beginnen liggen er 4 Riviercruisers met vooral Amerikanen die het dorp onveilig maken met hun zonnekleppen, witte sokken en sandalen. Het dorp zelf is overduidelijk straatarm…armer dan we gewend waren in Servië. Heel veel verwaarloosde gebouwen, straten, auto’s…en veel zwerfhonden.

Wij bleken er net op de nationale feestdag voor het cyrillische schrift te zijn…je weet wel die “russische letters”. Veel mensen in klederdracht en orkesten op straat. De claim-to-fame van Viden is de Baba Vida en mooi origineel bewaard gebleven burcht aan de Donau.

Een brood kopen blijkt hier nog niet zo eenvoudig. In de supermarkt alleen maar van die kleffe rommel in plastic. Op zoek dus naar een bakker…daar had nog nooit iemand van gehoord. Uiteindelijk bij de tourist information konden ze ons een bakkerij duiden. Dat bleek een soort van fabriekje te zijn waar 1 soort brood werd gebakken dat ook in de etalage lag. Als je dat wilde kopen meld je je bij een loket ernaast (ze houden hier enorm van loketten en rijen) en daar koop je dan voor 60 Lev (30 cent) een heel wit brood…nog warm.

Na Viden willen we naar Oryahovo. We hebben inmiddels een plan om uiterlijk zaterdag in Ruse te zijn. Boroer René gaat 2 weken meevaren door de Donaudelta en vliegt op Boekarest. Een mooie gelegenheid om zondag, op Belinda’s verjaardag, Boekarest te gaan bekijken, René op te pikken en lekker te gaan eten.

Als we bij Oryahovo aankomen blijkt de aanlegponton voor onderhoud op de wal te staan…dan heb je er niet zoveel aan…dan maar doorvaren. Uiteindelijk knopen we vast in Somovit…stel je voor de openingsscène van Once upon a time in the West, compleet met piepgeluiden.

Maar het aantal woorden loopt alweer behoorlijk uit de hand…dus over Somovit, Ruse, Boekarest en de landing van René, volgende week meer.

Cheers André

Serbian Surprise

Wat een geweldig land is dit! Ik had me Servië wat grijs en gloomy voorgesteld met nogal stugge mensen. Niets van dat alles. Natuurlijk zijn er de overblijfselen van de communistische tijd, zowel in de omgeving als in de mensen.

Dat maakt het land misschien wel zo boeiend. De contrasten zijn heel groot, maar vooral de mensen maken het bijzonder. Tot nu toe zijn we, afgezien van een doorgewinterde commi-ambtenaar, alleen nog maar zeer gastvrije,vriendelijke en hulpvaardige mensen tegengekomen die oprecht geïnteresseerd zijn en hun land willen aanprijzen. Ze houden van humor en een feestje. Het eten is goed en de prijzen zijn voor de meeste zaken bizar laag. Je moet geen haast hebben…de volksaard is, laten we zeggen, nogal relaxed. Alles kan en is “no problem”.

Maar eerst even terug naar Baja, de laatste stop in Hongarije. Mooi plaatsje waar de bibliotheek in de oude synagoge is gehuisvest hetgeen een wat bizarre tafereel oplevert.

Hier ook de brommers weer tevoorschijn gehaald want Baja ligt in een bijzonder natuurpark dat wij natuurlijk gemotoriseerd moesten inspecteren.

Na de grensperikelen waar jullie al over hebben kunnen lezen komen we daarna in Apatin, het eerste Servische plaatsje. De lokale brouwerij heet Jelen en die brouwen een prima biertje. We moesten wel even wennen toen we op een mooi terrasje 200 Dinar moesten afrekenen voor een wijn en een halve liter bier…dat is dus ca. 1,60…heb nog een hele tijd gedacht dat ik de wisselkoers niet goed had… Hetzelfde geldt voor het eten…daar kan je bijna niet zelf tegen koken…nou deed ik dat al niet zo vaak…

Hier voor het eerst in een Servisch-Orthodoxe kerk wezen kijken. Das ff wat anders dan de gemiddelde Katholieke kerk met veel verheerlijking van Iconen. Het valt inmiddels op dat deze kerken hier nog steeds populair zijn. Zal wel een soort reactie tegen de communistische tijd zijn.

Apatin kent 1 bekend visrestaurant waar we natuurlijk Donau-vis zijn gaan eten. We kwamen daar in een Servische bruiloft terecht. Lachen! Het doet denken aan een Grieks feest met veel hoppa en dansen in een kring. Ook opvallend is dat de hier gebruikelijke, toch al niet ruime,  kledij van de dames zich op een bruiloft extremer doorzet…het leek dus een beetje op een bijeenkomst van de prostitutievakbond…niks mis mee.

In de haven met een aantal oude vissers gesproken. Briljante, smalle, platte bootjes waar ze ook nog op overnachten. Onderweg kom je ze veel tegen. Ze vissen met hengel en netten op Meerval, Steur, Snoekbaars, Karper en Forel.

Over spreken gesproken. Veel jongeren kennen wel wat Engels, maar er zijn veel Serven die vooral Servisch kennen…en Russisch, dat was vroeger de 2e taal op school. Er komt dus nogal wat handen en voeten werk bij te pas. Zo ook in een “gesprek” dat ik had met een Serv op een terras hier. Hij vond het geweldig dat we helemaal uit Hollanda naar Servië waren gekomen en stond erop ons een drankje aan te bieden…iets waarvan hij zelf duidelijk al een ruime hoeveelheid genuttigd had (niet ongebruikelijk hier). Wel veel gelachen met deze man.

Dan naar Novi Sad. Onderweg kom je dan aan de Kroatische kant langs Vukovar…allemaal bekende namen voor mensen die in de jaren 90 het nieuws volgden. In Vukovar zijn nog duidelijk de littekens van de oorlog te zien. Beroemd is inmiddels de watertoren met legio gaten van Servische granaten die er nog steeds staat.

20170515_112947411_iOS

Novi Sad heeft waarschijnlijk de meeste recente wonden. Hier heeft de NAVO in 1999 nog de bruggen en andere doelen gebombardeerd in de Kosovo oorlog. Als we daar met mensen zitten te praten realiseer je je pas dat zij letterlijk de kruisraketten over de Donau hebt zien aankomen die 1 voor 1 de bruggen vernietigden… De meeste zaken zijn inmiddels hersteld…en ze zijn het hier gewend… een Serv maakt in zijn leven gemiddeld 3 oorlogen mee. Al sinds de Romeinse tijd vormt het het slagveld tussen Oost en West, Christendom en Islam, etc. Vooral de Turkse (Ottomaanse) overheersing in de 15 – 17e eeuw heeft ervoor gezorgd dat de Balkan, met Servië als middelpunt, een smeltkroes is geworden van volken en religies die het nooit met elkaar hebben kunnen vinden.

Ondanks die trieste historie is Novi Sad alles behalve triest. Zelden zo’n levendige stad meegemaakt. Het feit dat het een studentenstad is helpt. Vooral de jongeren hebben een heel open houding en willen duidelijk een nieuw Servië opbouwen. Ze zetten zich af tegen de huidige politici die ze consequent “bandieten” noemen.

We liggen hier in de “winterhaven”. Daarin is een bonte verzameling “Yachting clubs” en drijvende objecten bijeengebracht. Dit alles tussen betonnen en stalen overblijfselen van oude loskades. De club waar wij uiteindelijk een stukje drijvend steiger vinden heet daadwerkelijk Yachting Club. Het is een vereniging van vooral jonge mensen uit Novi Sad. Erg leuke avond met wat bier en diepe gesprekken waarin alle wereldproblemen zijn opgelost.

In de stad vallen we met onze neus in de Hollandse boter. Op het centrale plein wordt elke avond een ander land gepresenteerd met eten, drank, muziek en deftige types van de ambassade inclusief een toespraak van de ambassadeur. Raadt eens welk land er op de 16e aan de beurt is.

Een hilarische vertoning. Om te beginnen hebben we daar een ambassadeur die qua uiterlijk zo bij de Servische maffia kan, geen Servisch spreekt…en eigenlijk ook amper Engels. Vervolgens is hier sprake van gratis eten en drinken…en laten de zwervers in Novi Sad nu net een vrij lage kieskeurigheidsdrempel hebben met betrekking tot het land waar dat vandaan komt…Zij staan dus vooraan bij de Statafels alle bitterballen weg te kapen. Dan heeft een ambassademiep bedacht de kleedjes op de tafels te houden middels een pakje tomatenpuree… die dezelfde zwervers dus openpeuteren en ook achterover staan te werken. Vervolgens is de screening op de muziekband ook niet helemaal gelukt want wat schalt na André Hazes uit de speakers: Angelique met een beetje geld voor een beetje liefde…luister ff hier …overigens de A-kant van het legendarische nummer “vader wat klotsen je ballen”. Gelukkig waren er weinig Nederlandstaligen…

Al deze ambtelijke treurigheid kon weinig afdoen aan een geweldige stad met mooie mensen.

En dan de laatste hoofdstad die we op de Donau met de boot gaan aandoen: Belgrado. Ja, ja, we gaan nog naar Boekarest, maar dat ligt ca. 40km bij de Donau vandaan. Daar komen we dus niet met de boot. Onderweg wordt duidelijk waarom er zoveel klerezooi in de Donau drijft, niet alleen bomen en takken maar ook veel plastic. Sommige dorpen hebben hun vuilstort gewoon aan de Donau…en als het dan hoog water wordt…weer een probleem minder…bizar dat dat nog kan in deze tijd

In Belgrado gaan we de Save rivier op naar Drijvend restaurant Vodenica. Inmiddels een instituut onder Donau reizigers. Uitbater Dorde (spreek uit: Georg), zijn vader die de zaak gestart is in 1986 en zijn familie runnen de show en niks is te gek. Mr.Bean2 werd vastgeknoopt aan het hekwerk van het drijvend terras en blokkeerde vervolgens zowel uitzicht als zon…no problem! Even een stroom kabel door het terras trekken…no problem! Drie dagen blijven liggen, ’s morgens mee inkopen doen op de markt, even benzine halen voor Teddy, Verse vis eten…allemaal: no problem! …maar eerst even een Rakia (soort van Appelbrandy! Leuke mensen, mooie verhalen!

Belgrado is een moderne stad met grote contrasten. Communistische afbraakpanden naast fantastisch gerestaureerde Art-deco gebouwen. Hippe types naast kromme oude vrouwtjes in het zwart. Zastava’s naast BMW’s. Het is vooral ook een feeststad. Dat speelt zich voor een groot deel af op alle drijvende kroegen, clubs en disco’s in de Save rivier…tot een uur of 5 ’s nachts hoef je niet aan slapen te denken.

We zijn ook een middag met Teddy2MrBean2 naar Zunem gegaan. Dat was vroeger een aparte stad maar vormt nu een soort van voorstad. Leuk oud plaatsje met veel watersport. Toen we aankwamen in 1 van de Yacht clubs stond er gelijk iemand klaar om te roepen dat het no problem was. Even verder begroetten we iemand op zijn bootje die de bbq aanstak om net gevangen vis te gaan grillen. Na wat te hebben rondgekeken en gegeten weer terug naar de Yachtclub met alle faciliteiten zoals stevige steigers en sanitaire voorzieningen.

Toen we terugvoeren kwamen we langs een bootje dat voor anker lag bij een eiland. Het bleek de man van de bbq te zijn. Die daar inmiddels met zijn vrouw ronddreef en de vis aan het verorberen was. Ze wenkten ons direct en we moesten en zouden ook van de vis eten en een biertje meedrinken…dat liep nogal uit de hand. Het bleek uiteindelijk ook dat ze helemaal niet voor anker lagen…ze dreven gewoon de Donau af…No problem! Op een gegeven moment waren we in de buurt van Mr.Bean2 gedreven en zijn we nog bij 1 van de drijvende kroegen van een vriend van hun wat gaan drinken om vervolgens behoorlijk teut weer aan boord van onze eigen boot te gaan. Ze hadden een fabriek voor kinderkleren en een paar winkels en haalden hun spullen vooral uit Turkije en verkochten veel in Oost Europa en Rusland. “Business Turkey Super, Europa no good”. Erg leuke en gezellige mensen op Aleksandar!

Nu liggen we in Silverlake. Ja, zo heet het echt, een soort van Servische versie van Center Parcs aan een afgedamde oude arm van de Donau. Daarover, de tocht door the Iron Gate, Roemenië en Bulgarije, volgende week meer.

Cheers André

Borderliners

Alleen daarvoor wil je al in de EU blijven! We zijn deze week terug in de tijd, in een Kafkaiaans toneelstuk voor mensen in uniform geworpen. Ik had het al een beetje aangekondigd…en het heeft alle verwachtingen overtroffen! Bij Mohacs verlaten we Hongarije en veel vervelender: het Schengen-gebied…en nog vervelender: de EU. Want Servië is lid van een paar kantklosverenigingen, maar verder helemaal niets…zeg maar Nederland als die peroxide-leip het een tijdje voor het zeggen heeft.

Om te beginnen moeten we dus “uitklaren”. Daarvoor kan je in Mohacs, midden in de rivier aanleggen aan een ponton met allerlei stalen binten. Er is wel een houten stukje voor kleine bootjes, maar daar passen wij niet. Op de kant voor het enorme kantoor zitten 2 uniformen, maar die hebben het veel te druk met bedenken welk onzinnig administratief proces ze ons gaan aandoen…dus kunnen geen touwtje aanpakken. Aangezien op de ponton klimmen ook bijna onmogelijk is zijn we dus wel ff bezig de boot in 8km/u stroming vast te krijgen.

Als we eindelijk liggen verzamel ik alle papieren waarvan ik denk dat ze ook maar vaag interessant kunnen zijn voor de verzamelde intelligentsia, neem me voor echt nergens tegenin te gaan en zelfs geen WTF-gezichten-te-trekken, en ga op pad. De ingang van het enorme pand is al moeilijk te vinden. Een uniform dat daar rondloopt en die ik overdreven vriendelijk begroet, negeert me gewoon (ik zal wel op werk hebben geleken).  Eén keer binnen ga ik naar het eerste en enige loket dat ik zie. Helaas heb ik niet de moed gehad foto’s te maken, maar dat zag er hilarisch uit. Het loket zit op kniehoogte, daarboven een raam dat op een kiertje omhoog staat en waar het zodanig onderdoor tocht dat je er geen papier kan neerleggen. Daarachter ligt een uniform in een draaistoel van mij afgekeerd een conversatie te houden met een collega. Beide keuren mij geen blik waardig. Na wat pogingen gedaan te hebben de aandacht te trekken vertelt hij me natuurlijk dat ik aan het verkeerde loket ben. Ik moet helemaal naar achteren in het gebouw naar de receptie…handig…een receptie zover mogelijk van de ingang…ik zeg het niet…

Daar staat een opvallend vriendelijke mevrouw die zich duidelijk schaamt voor deze farce en mij een document overhandigt dat een soort van routebeschrijving door het gebouw vormt. Eerst naar de Grenspolitie, dan Douane, dan WasserschutzPolitie (vraag me niet wat het verschil is), dan de dokter (waarschijnlijk een psychiater…daar ben je dan wel aan toe) en dan naar de Katastrofendienst (het staat er echt…ik vraag niks).

Ik terug naar de Grenspolitie, klop netjes op de deur en doe hem open…dat was iets teveel van het goede. Zwaar geschrokken van zoveel brutaliteit kwam de zus van Geert Wilders (zwaar geblondeerd vreemd kapsel, zoiets waar vrouwen onder elkaar van zeggen “lekker fris kort koppie”) aanstormen om te voorkomen dat ik over de drempel zou stappen en de Hongaarse kroonjuwelen zou stelen. Ik moest buiten wachten. Bijtend op mijn lip ik weer op de gang. Even later kwam Gerda Wilders weer naar buiten. Alle papieren doorspitten, die waren natuurlijk fout, maar dat maakte niet uit en uiteindelijk kreeg ik haar handtekening op mijn routebeschrijving. Als ik ze allemaal had verzameld moest ik ze weer bij haar komen laten zien.

Volgende halte: Douane. Dat bleek dus het idiote loketje waar ik me in eerste instantie had gemeld. De houding van de man erachter was nog exact hetzelfde. Nadat hij een boek had geschreven op zijn computer kreeg ik ook zijn zegen en handtekening. Dan zoeken naar de WasserschutzPolizei. Zelfde ritueel: deur kloppen open doen en dan wat zwaar geschrokken uniformen aantreffen. Ook deze konden mij vertellen dat ik alleen maar verkeerde papieren had. De vraag wat ze dan wilden hebben konden ze echter niet beantwoorden. Uiteindelijk ook hun handtekening en naar de Dokter. Daar een lijst ingevuld dat ik niet gek was, geen herpes had…en nog wat zaken…waarom je dat gaat vragen als iemand het land verlaat heb ik weggeslikt.

Daarna naar het kamertje waar ik het meest naar had uitgekeken: de Katastrofendienst. Wisten zij al iets wat ik nog niet wist? Dat viel mee. Zij waren van de controle op gevaarlijke stoffen enzo…afgezien van onze flatulente aard viel dat mee. De laatste handtekening!! Terug naar Gerda.

Daar bleek dat we zomaar niet weg konden. Inmiddels had zich het nieuws van een wat buitensporig jacht aan hun steiger door het gebouw verspreid en stonden er 3 man + Gerda klaar om dat eens te gaan inspecteren. Inmiddels was met een paar het ijs wel wat gebroken en konden er zelfs wat grappen gemaakt worden. Aan boord hebben ze eigenlijk niets anders gedaan dan de boot bewonderd en gezegd dat ze wel mee wilden naar de Zwarte Zee. Het “ga dan eerst maar een normale baan zoeken” heb ik weer ingeslikt…ik was uiteindelijk best trots op mezelf.

Bij het losmaken werden we vriendelijk geholpen en gingen vervolgens het 3-landen punt over. Daar waar Hongarije stopt en de Donau grensrivier wordt tussen Servië en Kroatië. Omdat Kroatië vrij snel stopt en het dan alleen maar Servië is, gekozen om aan de Servische kant in te klaren. De YU-agent (denk dat dat nog voor Yugoslavia staat) die ik belde vertelde me vriendelijk en in prima Engels dat dat gewoon kon in de eerste jachthaven in Apatin waar we sowieso naartoe wilden. Nu wil het geval dat het vrijdag 14:30 was toen we daar aankwamen…en dan is “de kapitan” zoals de ambtenaar die hierover gaat genoemd wordt al aan het bijkomen van zijn uiterst stressvolle week. De havenmeester – ze heette Anna, was mooi en was ook de eerste havenmeester ooit die ik op hakken heb gezien – was heel vriendelijk, zoals eigenlijk iedereen hier. Ze reden ons direct naar het Politiebureau voor wat stempels in het paspoort zodat we wel legaal aan land konden gaan. We waren dus gedwongen het weekend in Apatin door te brengen. Geen slechte plek.

Op maandagochtend om 8 uur stond Milan van de haven al klaar om mij rond te rijden langs alle belangrijke mensen. In Hongarije hadden ze nog alle instanties in 1 gebouw ondergebracht…dat is niet gebruikelijk…blijkt. Om te beginnen naar de Kapitan…helaas ook hier weer te schijterig om foto’s te maken…maar een briljant Oostblok kantoor compleet met uitgebreide betonrot, oude typemachines en veel sigarettenrook. Ik werd binnengeleid in de kamer van El Kapitan. Briljant! Enorm verboden te roken boord op de deur…die je vervolgens bijna niet open krijgt van de rook. Achter die rook ontwaarde ik een zwaar doorgerookt hoofd. El Kapitan zat duidelijk tegen een burn-out aan…van zijn 25e sigaret die ochtend. Ik was ondertussen erg blij met Milan die iedereen leek te kennen en de olie in het proces vormde. El Kapitan keek wat ongeïnteresseerd naar mijn papieren, begon toen wat op zijn Commodore64 te tikken en daar bleef het een beetje bij…tot ik de verlossende woorden zei: ik heb ook kopieën van alle papieren bij me. Geweldig. Nou die wilde hij graag hebben. Daarna waren we ook direct klaar…met deze etappe.

De volgende ging naar de bank met een papier van El Kapitan waarop ik 7000 dinar moest voldoen voor een vergunning om in Servië te mogen varen. De vraag waarom ik hem niet direct kon betalen heb ik weer ingeslikt…en ik kon ook wel een paar antwoorden bedenken. De bank was in dit proces de langste etappe. Denk aan een Italiaanse Bank in de jaren 80. 4 loketten waarvan er maar 1 open is, enorme rij ervoor met mensen met ingewikkelde papieren en een algehele totale ontkenning van het begrip “klant”. Ik dacht nog van de nood een deugd te maken: “kan ik hier ook mijn Hongaarse floppies voor Servische inruilen”? Natuurlijk niet!

Een half uur, 7000 dinar en een illusie armer terug naar El Kapitan die, wonder boven wonder, op basis van mijn kopieën een vergunning in elkaar had gesleuteld met veel bladzijden, stempels en handtekeningen. Toen naar de Politie voor wat stempels. Nu waren we daar al eerder geweest en het bureau was al een evenement op zichzelf. Om te beginnen ligt het aan een mooie wandelpromenade langs de Donau, waar je officieel niet eens mag fietsen, laat staan met een auto rijden. Iedereen rijdt daar dus met een auto, ook de Politie, en ook Milan. Het gebouw is een afbraakpand met een soort van boomhut ernaast. Voor de deur ligt een Hond van het niet afschrikkende type en binnen is…uuuhh…niets. Je komt in een halletje met letterlijk 3 stoelen die allemaal uit elkaar vallen.

Toen wij binnenkwamen zat er een dikke vadsige Bromsnor in 1 van de 3 stoeltjes. Hij had zo in een spaghetti western kunnen figureren. Naast hem stond een mooie politieagente.  Milan zei een paar dingen tegen hem en toen begon hij in het Servisch uit te varen…ik zag ons uitvaren al in rook opgaan. Dat ging 10 minuten zo door waarbij er steeds harder geschreeuwd werd. Ik stond er voor Piet Snot bij. De Agente leek zich wat voor het tafereel te schamen en met wat gebaren, buiten het zicht van Bromsnor, gaf ik haar de vergunningspapieren waarmee zij naar achteren verdween. Even later kwam ze weer terug terwijl Bromsnor nog voluit zat te oreren. Ze gaf mij de vergunning met een blik van “het is in orde”. Toen Milan er een woord tussen kon krijgen zijn we weer weg gegaan nog wat na gebromd door de snor.

In de auto vroeg ik Milan wat er gebeurd was. Hij zei: “Niets, de man drinkt gewoon teveel”. Het bleek dat Bromsnor de chef van de Politie aldaar was en ’s morgens om 10 uur al dronken…Geweldig!

We gaan dit allemaal waarschijnlijk nog een paar keer meemaken: Servië uit, Roemenië in, Roemenië uit, Bulgarije in etc. etc….ik denk dat hoogte- en dieptepunt Turkije gaat worden. Zover zijn we nog niet, we zitten wel op bijna 1700 woorden. De reis van afgelopen week beschrijf ik dan ook in een aparte episode die er snel aankomt.

Cheers, André

franzkafka1

Goulash Communisme

Een rivier is vaak een natuurlijke- en landgrens. Dat geldt zeker voor de Donau. Na Hongarije verlaten we Schengen en dan wordt dit een extra uitdaging want per land in- en uitklaren. Ff naar de overkant varen is er dus niet zomaar bij. Servië is niet eens EU dus daar verwacht ik nog wel wat belangrijke-mannen-in-pakken-met-stempels.

Zover is het nog niet. Deze week voeren we op de grens van Slowakije en Hongarije en dan valt op hoeveel beter Hongarije eruit ziet. Mooie huizen, auto’s en zelfs de natuur ziet er beter onderhouden uit. In Slowakije nog veel heilstaat-achtige zwaar verwaarloosde industrie wat some wel mooie plaatsje op levert.

Het is bijzonder om in Hongarije eigenlijk helemaal niets meer van de toch zeer ingrijpende 40 jaar communistisch bewind te merken…het kapitalisme is met alle ledematen stevig omarmd zullen we maar zeggen. Over het communisme wordt soms wat lacherig gedaan…alsof het al veel langer dan zo’n 30 jaar geleden is…en niet van hun was… Erg leuk was bijvoorbeeld deze verzameling commi-schroot in een museumpje in Szentendre.

Het is ongelofelijk hoe lang je mensen in zo’n systeem voor de gek kan houden. De propagandafilmpjes (want reclame maakten ze niet) voor bijvoorbeeld de nieuwe Trabant uit de jaren 80 zijn hilarisch.

De wat minder hilarische kant werd indringend belicht in het Terror-museum in Budapest, gehuisvest in het gebouw waar vroeger de Hongaarse NSB (ArrowCross) en later de geheime politie AVO zaten. Daar is me pas duidelijk geworden dat Hongarije in beide wereldoorlogen “fout” was. Ze waren dus tot 1944 wel onder controle maar relatief vrij van de Nazi’s (vergelijk Italië). Toen iedereen, behalve Hitler, eind 44 in de gaten kreeg dat de Duisters de oorlog gingen verliezen, dacht Hongarije op eigen houtje alvast wat vredesbesprekingen met de Russen te starten (ze hadden door dat die er het eerst zouden zijn)…dat viel wat minder bij der Führer. 20170509_094834427_iOSDie alsnog Hongarije bezette en de ArrowCross aan de macht bracht. Wat er toen in een paar maanden is aangericht is onbeschrijfelijk en daar ga ik dus geen poging toe doen. 1 verhaal blijft me wel heel erg bij. Naast de reguliere deportaties had de ArrowCross als dagelijkse praktijk om willekeurig een paar honderd Joden in de Getto van Budapest van straat te halen door de sneeuw naar de Donau te marcheren en dan dood te schieten in de Donau…en er met opzet een paar in leven te laten…die dus weer teruggingen…een meisje van 10 overleefde deze tocht 2x…

Na de Nazi’s kwamen de Russen en werd het zo mogelijk nog erger. Enorme gedwongen volksverhuizingen, deportaties naar de Gulag etc. Ondanks dat de mislukte opstand van 1956 bloedig werd neergeslagen, is het denk ik wel de oorzaak dat de Hongaren daarna de meest vrije vorm van het totalitaire communisme hebben meegemaakt…en zijn ze met een “voorsprong” uit die inktzwarte tijd gekomen.

Dat heeft er overigens wel toe geleid dat ze weten wat een plaatsje in een Jachthaven kost. Momenteel liggen we in Baja, erg leuk…maar kost gewoon 50 euro/nacht voor onze boot…dat zijn Marinaprijzen aan zee…niet een Hongaars dorpshaventje zonder faciliteiten en WiFi…

Maar nog even terug naar vorige week in Slowakije, Komarno om precies te zijn. Daar kwamen we terecht bij Miro in de MotorYacht club. Toen we vast lagen was de vraag of de Club aan Mr.Bean2 vast lag of vice versa. We moesten gelijk aan de Slibovitsch…een 52% borrel…van het merk Jelinek…ik dacht altijd dat je daar daarna pas terecht kwam…

We liggen daar tegenover een oude scheepswerf waar ze veel nieuwe vrachtschepen en duwbakken bouwen. Er ligt net een nieuwe in het water voor een bedrijf uit Sliedrecht.

Komarno is een industrieel stadje. Claim to fame is het Europaplein. Een wat kitscherig plein waar ze van alle landen voorbeelden van de bouwstijl hebben verzameld. Afgezien van Duitsland met vakwerk konden we er weinig chocola van maken.

20170505_114508350_iOSOok Nederland was niet te onderscheiden…alhoewel we wel dit café tegenkwamen…niet het beste café maar om dit er nou op te zetten…

Van Komarno gaat het naar Szentendre, een kunstenaarsdorp vlak bij Budapest. Een mooie tocht waarbij we eerst langs Estergom komen met een nogal overdreven Kathedraal en daarna bij Visegrad en de “Donauknie”. Visegrad was, tot de Turken daar wat aan deden, de grootste burcht ter wereld op een zeer strategisch punt aan de Donau. Die maakt hier een 90 graden bocht. Waar we tot nu toe vooral West-Oost varen gaan we nu Noord-Zuid. De rivier splitst hier ook in de hoofdtak en het Szentendre-kanaal…wat helemaal geen kanaal is, maar 1 van de mooiere stukken van de rivier. Normaal zouden we daar niet doorheen gaan gezien de ondieptes en slechte markering, maar het water staat hoog, dus op naar Szentendre, het dorpje dat aan deze tak ligt.

Szentendre is begin 20e eeuw ontdekt door de kunstenaars. Het is een erg leuk en kleurrijk plaatsje…dat volledig naar de kloten is geholpen door het toerisme. Het valt nu nog mee maar elke dag opnieuw trekken er boten en bussen vol chinezen en amerikanen langs alle “authentieke” winkeltjes en marktjes. Het zijn vooral dagtrippers uit Budapest, dus ’s avonds krijg je pas echt in de gaten dat dit een erg mooi plekje is.

En dan op naar 1 van de mijlpalen van deze reis: Budapest! Alweer de 3e hoofdstad na Wenen en Bratislava. We meren af aan de Noordkant van de stad in de Melba marina. Een soort van yuppen-nieuwbouw-project rond een Marina met dure appartementen en het Melba-restaurant in een soort van post-modern pand. 20170509_145418357_iOSDe haven lijkt zo’n beetje verlaten, maar als we liggen blijkt er toch iemand boven bij het restaurant te staan. Hij spreekt alleen Hongaars (dat hoop ik voor hem) en wenkt mij mee te lopen naar 1 van de appartement gebouwen. Daar zit achter in een donker hok een jongedame waarvan direct al het bloed mijn hoofd verlaat om elders een goede functie te vervullen. Zij is verveeld en duidelijk minder onder de indruk van mij…tot ik vertel dat die van mij 18 meter is.

Even later komen daar ook 2 oudere Oostenrijkse mannen binnenlopen in een stalen bootje van ca 7 meter. 20170511_142927438_iOSOp hun rubberboot die op dak ligt staat dat ze van Au (in Oostenrijk) naar Sulina (de laatste plaats aan de Donau en Zwarte Zee bij km 0) op weg zijn. Belinda vraagt zich af of ze ook een douche aan boord hebben… Ze spreken alleen Duits, hebben het bootje zelf helemaal opgeknapt en ingetimmerd en lijken het prima naar hun zin te hebben. Geweldig!

Budapest is prachtig. Ik denk dat ik niet zoveel hoef toe te voegen aan de foto’s.

Leuke mensen ook! Waar ook ik het vooroordeel heb dat mensen hier wat stugger zijn, valt dat erg mee. Erg vriendelijk en hulpvaardig. Erg lekker Grieks gegeten bij Mazi! De Giros en Souvlaki voorbij. Ook daar weer een leuke ontmoeting met Amerikaanse moeder en zoon die elkaar hier troffen en oorspronkelijk uit Griekenland kwamen. Nog wat tips gekregen voor als we daar zijn…en zelfs zij waren onder de indruk van de Griekse keuken hier.

Na 3 dagen Budapest het echte hoogtepunt: op eigen kiel door de stad varen!

Nu zijn we in Baja. Het begint duidelijk warmer te worden. Daarover, over Servië en alle grensidiotie volgende week meer.

Hieronder voor de liefhebber nog even het u-bevindt-zich-hier kaartje.

Cheers, André

{ADC52A59-912B-48A0-AE86-5DB87734F132}_LI (3)

30 Jahre Anschluss

24 April was het dan zover! 30 jaar getrouwd. Ja U leest het goed: 30 jaar! …das dus langer dan dat ik niet getrouwd was. Hoe saai is dat?! Dat lijkt mee te vallen. We maken samen veel nieuwe dingen mee…en dat is belangrijk als je niet zo’n type wilt worden die de hele dag roept dat de tijd zo snel gaat…dat gaatie alleen maar als je niks nieuws meemaakt. Het lijkt nu alweer een jaar geleden dat we vertrokken op deze reis en een eeuw dat we in Noorwegen waren.

Voor Passau zit een beroemd Visrestaurant aan de Donau: Fischerstüberl met aanlegmogelijkheden voor sportboten (zo heet alles wat geen beroepsvaart is in der Heimat). Dus de eigenaar gebeld en uitgelegd dat we graag onze 30e Hochzeitstag bij hem vieren. Toll! De aanleg was niet helemaal op Mr.Bean2 berekend maar we konden aan een boje (een ankerboei) in de rivier. Lang verhaal kort hebben we met behulp van een open bootje van het restaurant en de boje een bijzondere aanlegplaats gecreëerd en hebben daar een fantastisch überaschungsmenu genossen, Passau bekeken en overnacht.

Iedereen kent mij natuurlijk als een verschrikkelijk romantisch en attente echtgenoot. Daarom als cadeau für mein Schatzjen in Wenen een avondje naar de Staatsopera. Altijd al eens in zo’n balkonloge willen zitten… Het cadeau dat ik kreeg was nog veel mooier: het kleinste pistool ter wereld dat echt werkt…beter een kleine die steigert dan een grote die weigert denken we dan maar…

Maar voordat ik helemaal van het pad raak even terug naar Regensburg. Erg mooie, bijna Italiaanse, stad waar we natuurlijk naar de Wurstlkuche moesten. Het beroemde worst restaurant met eigen brouwerij. Super Geil!

Daar ook in een barokke kerk geweest waar Beieren en Oostenrijk beroemd om zijn. Ongelofelijk! Bijna letterlijk. Wat een overdaad en rijkdom. Alles goud en kunst wat er blinkt. Je kan je moeilijk voorstellen dat arme mensen vroeger in zo’n omgeving nog enig vertrouwen in dit instituut hadden.

Omdat Regensburg geen geschikte aanlegplaats heeft (typisch Duitsland) zijn we er vanaf de Marina in Saal met de trein naartoe gegaan…en dat bevestigde weer mijn OV-allergie: het gaat te langzaam van een plek waar je niet bent naar een plek waar je niet wilt zijn, op een tijd dat je er niet bent…maar ja, het was het beste alternatief.

De volgende dag ons eerste lange stuk over de Donau. De bedoeling was naar Straubing waar een aanlegmogelijkheid in een oude Donau-arm zou zijn. Bij het invaren hiervan liep de dieptemeter zo dramatisch terug dat ik niet nog een Car-crash wilde riskeren en zijn we verder gevaren naar Deggendorf waar we in de Winterhaven aan de dam konden liggen. Onderweg erg mooie plaatjes en het Walhalla. Een soort van Grieks-Romeinse tempel door Ludwig neergezet in en vlaag van grootheidswaanzin…dat lijkt te heersen in deze contreien…

Natuurlijk ook in Deggendorf even in de over-de-top-barokke-kerk gekeken. Daar zag ik voor het eerst een gemummificeerd lijk in en gouden kooi (idee voor een TV programma?). Die zijn we nog vaker tegen gekomen. Blijken lokale heiligen te zijn die er lekker fris bij liggen.

Na 2 dagen Deggendorf dus naar Passau. Erg fraaie stad waar de Donau, Inn en Ilz samenvloeien…niet zo vreemd dat hele spul nog wel eens stevig onder water staat. Bij de alweer over-de-top-Stefans-Dom kwamen we een oude dame tegen die een stadswandeling aanbood. Ze had genoeg te vertellen…en het meeste was zelfs interessant!

Vooral het bezoek aan de raadszaal in het Oude Raadshuis was indrukwekkend. Verder natuurlijk veel over hoe-hoog-het-water-wanneer had gestaan en Keizerin Sissi…ik mag wel zeggen: de in deze omgeving niet te vermijden Sissi…die overigens in werkelijkheid een veel minder gezellig leven had dan de Romy Schneider films ons doen geloven…die overigens ook een veel minder gezellig leven had dan…

De volgende dag met schitterend weer door Passau en over de Duits-Oostenrijkse grens gevaren. Ondanks de Anschluss voelt het ook echt als een grens. Meer bergen, onverstaanbaar Duits en vooral: voorzieningen voor Sportbooten…iets dat in der Heimat volledig ontbreekt. Onze eerste Oostenrijkse stop in Schlögen is in een heuse fraaie Marina…waar we gewoon in passen…met goede steigers en vooral in een schitterende omgeving. Hier bevindt zich de 180 graden draai van de Donau tussen de bergen.

Dat betekende ook de eerste huizing-hike naar een uitzichtpunt…dat viel niet mee.

Grein is de volgende bestemming. Hier is het begin van de beruchte stroomversnellingen. Tot ze hier een paar sluizen hadden gebouwd verloren veel schippers het leven op dit stukje Donau…en zelfs nu nog loopt de stroom soms op tot zo’n 10km/u. We komen hier terecht bij jachthaven Turul in de Schutzhafen (Vluchthaven). Erg leuke mensen die dit runnen en voor wie niets te gek is…ook niet een 19m boot in een haven voor max. 9m lengte. Er worden veel foto’s van gemaakt en we moeten iets in het Gastenboek schrijven. Daar komen we ook teksten tegen van boten op wiens blog we af en toe varen uit 2011 en 2014. Lachen!

Grein is een fraai plaatsje met grote burcht…maar voor 1 mei is alles dicht. Dat geldt niet voor 2 beroemde uitspanningen: de biedermeijer Gaststette waar we de volgende ochtend een Wiener Fruhstuck gaan eten, en Schiorgi met top-ijs…of is het Eis?

Melk zit niet bij het ontbijt maar is wel de volgende plaats die we aandoen. Claim to fame is hier de Stift. Dat heeft weinig met Debiteuren-Crediteuren te maken (4 over de boer, jack-in-the-box, Stift!) maar is een oude aanduiding voor het territorium van een Bisschop. De Stift (Abdij) van Melk is een bizar ding. Nog voor de Sluis Melk zie je hem al liggen, pas later krijg je door dat er nog een dorp bij hoort.

Het wemelt hier van de Rivier cruisers. Na een telefoontje naar de “Donau stationen” die de aanlegpontons voor de cruisers beheren blijkt dat nr. 35 die dag niet geboekt is. We mogen er als sportboot niet liggen…maar… Dus in stevige stroom aangelegd aan zo’n ding die ze van oude binnenschepen maken en Melk in. Indrukwekkend!

Tussen Melk en Krems bevindt zich de Wachau, een UNESCO beschermd gebied. Erg fraai. Hier geen sluizen in de Donau…de stroom mee loopt hier en daar op naar 12km/u met bijbehorende draaikolken en special effects.

We zijn nu in Krems. Daarover en de volgende stop, Wenen, volgende week meer.

Cheers, André

Hoe blauw was Johann Strauss eigenlijk?

Toen hij bedacht dat de Donau blauw was! We zijn nu 2 dagen op de Donau en ik kan er geen enkele tint blauw in ontdekken. De componisten waren natuurlijk de Rockstars van de vorige eeuwen…dus hun gewoonten zullen daar ook wel op geleken hebben…duidelijk onder invloed geweest van het 1 of ander. Wel heerlijk om, na het saaie Main-Donau-Kanaal (MDK) weer op een echte rivier te varen! Stromend, mooi, veel historie, onvoorspelbaarder, wat meer risico’s…waar een kanaal een soort van Zwitserland is, is een rivier Italië!

Overigens zijn wij wel behoorlijk blauw…van de kou. Na de uitzonderlijke voorzomer van onze eerste weken heeft ook het weer zich, bij het opvaren van het MDK, aangepast aan dit saaiere deel. De barometer heeft zijn schaal aan de verkeerde kant verlaten en doet alsof hij thermometer is! Alhoewel saai…we hebben 2 dagen sneeuwbuien gehad! …en niet van dat laffe natte spul…Nee echt “deadliest catch” een pak(je) sneeuw op dek. Erg fijn in combinatie met het doen van alle monstersluizen in het MDK.

Maar eerst even terug naar Kitzingen waar ik jullie vorige week achterliet. Daar hadden we nog een benauwd momentje. We liggen daar netjes langs een keurige stadskade waar genoeg water lijkt te staan. Dan vaart er een riviercruiseboot voorbij en lijkt het net of we hard tegen de stenen kade terecht komen. Dat blijkt niet het geval. Louis heeft zijn ballen nog netjes tussen wal en schip hangen. Doordat die enorme schepen (135x12m) met een onverantwoorde snelheid voorbijkomen, zuigen ze voor zich het water weg…dat kan zo’n 30cm omlaag gaan als zo’n bejaardenverwerkend-apparaat voorbij komt. Dat was voldoende om onze stabilizer kennis te laten maken met de richel die onderwater een metertje uit de kade stak. Gelukkig geen schade, maar wel als de donder de boot op de verboden plaats voor de riviercruiser gelegd waar geen richel is…al was het alleen maar om die klootzakken dwars te zitten!

Schweinfurt is de volgende stop. Daar liggen we aan een plantsoen en zat ik me te verbazen over de shabby huizen die daar staan. Ik dacht mooi aan het park, uitzicht op de Main…toen de trein voorbij kwam…had ik jullie al over het Marklin syndroom hier verteld? Overal rijden treinen…door dit park kwam dus om de 15minuten een ICE of zware goederen trein…erg feestvreugdeverhogend.

Op een interessante begraafplaats na, met wat stenen ter ere van WW2 pantserdivisies, een weinig inspirerende plaats.

De hoogste tijd dus om te vertrekken naar 1 van de mijlpalen van deze reis: Bamberg. Nooit van gehoord? Wij eigenlijk ook niet, maar dat is niet terecht. Het is om meerdere redenen een mijlpaal: het is het einde van het Main-gedeelte van deze reis, hier begint het MDK, het is de stad met de grootste brouwerij-dichtheid ter wereld, maar vooral het is ontzettend fraai…een soort van klein Praag compleet met Bierlokalen.

Schenkala is het beroemdste Bierlokaal. Ze brouwen daar Rauchbier…yep, Rookbier. Het zou zo bij de Hema verkocht kunnen worden. Het heeft echt een sterke Rooksmaak. Wel erg lekker. Gelijk maar helemaal in de traditionele keuken gedoken met een Bamberger Zwiebel erbij (een uitgeholde ui met vlees) en een Leberkas…daar kan je ff op vooruit!

Dat was ook wel nodig want we hebben uitgebreid de toerist uitgehangen inclusief Hop-on-Hop-off bus. Wunderbar!

Na 2 dagen in de Bamberger Motorbootclub met Havenmeister echtpaar…en uitgebreide faciliteiten…zoals groene stroom aan een boom gespijkerd maken we los en varen door Bamberg naar de eerste MDK sluis. Het MDK is wel ff een dingetje. Dit kanaal was al gepland door Karel de Grote in 793! Iedereen zag natuurlijk het enorme potentieel om uiteindelijk de Rijn met de Donau te verbinden. In de 19e eeuw is onder Ludwig daadwerkelijk een Kanaal geopend…maar veel te klein en dat werd snel nutteloos door de opkomende trein (daar is Marklin wieder!). 20170417_131120407_iOSPas in 1993 is het huidige MDK geopend: 170km lang, 16 sluizen waarvan diverse met een hoogte van 25 meter!, tig aquaducten. Op het hoogste punt staat een betonnen muur als indicatie van de Europese waterscheiding. Water dat op de foto rechts van de muur valt gaat naar de Noordzee, links naar de Zwarte Zee. Je bent dan op een hoogte van 406 meter. Het hoogste punt dat je met een boot vanaf zee kan bereiken in de wereld.

Na de onbeholpen sluizen in de Main vallen deze moderne sluizen erg mee. Zeker als we de grotere sluizen in gaan. Die hebben “schwimmpollern”, drijvende bolders. Dus invaren vastmaken en de bolders gaan netjes mee, 25m hoger of lager weer losmaken. Ganz Einfag!

De eerste 120km is het echt een kanaal. Recht met weinig afwisseling. Eerste stop is Nurnberg of liever een klein jachthaventje in de buurt van Nurnberg. Daar komen we een echtpaar tegen op een aluminium zelfbouw zeilboot (voor ons op de foto) die binnenkort ook naar de Middelandse zee vertrekken. Zij willen echter via Rijn en Franse kanalen naar de Rhone en uiteindelijk Marseille. Toen ik hem vroeg of hij met de mast naar beneden wel lager dan 3,50m was (de typische limiet in Frankreich) had hij zich dat nog niet afgevraagd…er was nog wat voorbereiding te doen zullen we maar zeggen.

20170416_173736013_iOS

Volgende stop Berching. Een Middeleeuws dorpje dat, inclusief stadmuren en -torens, als geheel bewaard is gebleven. Leuk om te zien. Ook in het Brauerei haus waar we een biertje gingen doen waren ze niet veel verder dan de Middeleeuwen gekomen. De Gastvrouw in Dirndl jurk (dat is zo’n bierfest-veel-stof-maar-toch-tieten-eruit jurk), eikenhouten lambrisering en meubilair…maar prima bier!

En dan is het zover! De laatste etappe op het MDK verloopt in sneeuwbuien, maar ijs en weder dienende draaien we de Donau in…pampampampampam…pampam…pampam…je kan het horen.

Nu in Regensburg…erg mooie, bijna Italiaanse, stad. Daarover, de verdere Donau avonturen en natuurlijk de Dreissigste Hochzeitstag, volgende Woche meer!

Voor de Geografisch geïnteresseerden hieronder een overzichtskaart van Europa met de Donau daar doorheen. De witte pijl markeert het U-bevindt-zich-hier punt.

Tsjuuus, André

{ADC52A59-912B-48A0-AE86-5DB87734F132}_LI

A Car-crash and other Main encounters

De ligplaatsen langs de Main voor een boot van 19 meter en vooral 1,8 meter diep zijn zeer dun gezaaid. Daarom veel vooruit plannen en bellen om zeker te zijn van een plaatsje. Zo ook toen we van Frankfurt naar Aschaffenburg gingen.20170405_144639858_iOS Daar zijn achter een langgerekt eiland een aantal Yacht Clubs…als er 2 planken en een bolder drijven noemen ze het hier een Yacht Club… De eerste club nam niet op, de tweede wel, 18m en 1,80 diepgang was Kein Problem. De doorgang door een oud sluisje beloofde al niet veel goeds…en dat klopte ook. Net na deze foto door het sluisje raakten we iets hards (geen modder of zand). De boot kwam een paar centimeter omhoog maar voer daarna wel verder. Das ff schrikken. Op de dieptemeter was niets te zien die gaf ca. 2,30m aan. Doorvarend naar de 2e club werd het snel ondieper en liepen we nog voor de uitspanning van Herr Kein Problem vast in de modder. De dieptemeter bevestigde dit met 1,70m. Gelukkig zag de eerste Club er een stuk beter uit en hadden we inmiddels vastgesteld dat daar genoeg water stond. John, een gepensioneerde Amerikaanse piloot is “the President” van deze 2 steigertjes. Interessante en behulpzame man. Uiteindelijk aangelegd bij hem en gekeken of we schade hadden. Dat konden we gelukkig niet ontdekken. John had geen idee wat we geraakt konden hebben want er stond volgens hem meer dan 2m water in die ingang.

We waren volgens John wel de grootste boot die ooit bij hem had aangelegd. Hij had zelf een klassieke Chris Craft kruiser uit 1975 met 2 mooie oude V8s (exact dezelfde als wij in de Riva hebben) die hij tot in de puntjes had opgeknapt. We wilden 2 dagen blijven in dit mooie plaatsje en John bood aan om met zijn boot een verkennend rondje door de haven en ingang te maken om met de dieptemeter vast te stellen dat er genoeg water was. Nu is voor mij elke reden om 2 V8s te starten een hele goede, zo ook deze.

Hij had ook nog wat navraag gedaan bij de gemeente en het bleek dat er waarschijnlijk een oude  auto (!!) het water in was geduwd op die plek…ut moet niet gekker worden. Al rondvarend konden we niets vinden en leek er genoeg water te staan. De volgende dag dus vol goede moed de haven uitgevaren, wel heel voorzichtig…en jawel ook toen weer contact met iets hards maar wel eroverheen.

Aschaffenburg is overigens een fraaie plaats met een enorme burcht. Dit is gebouwd als paleis voor de Aartsbischop…en daar hield de zelfverheerlijking van dit heershap niet op. In het altaarstuk in de kapel van dit paleis is hijzelf afgebeeld, groter dan Christus en met het paleis in zijn hand…niet zo vreemd dat Luther 500 jaar geleden hier vlakbij zijn stenciltje op een deur spijkerde…

Nu waren het niet alleen de Katholieken met grootheidswaanzin. Ook de Wereldlijke leiders konden er wat van in al die staatjes hier. Zo heeft Koning Ludwig naast de Burcht een Romeinse Villa laten bouwen naar een voorbeeld uit Pompeii (Pompejanum). Om in dat thema te blijven was er in de Burcht een fantastische tentoonstelling van alle Romeinse monumenten uit Rome gemaakt in kurk aan het begin van de 19e eeuw. Echt bizar hoe echt en gedetailleerd deze waren!

De voortgang is er behoorlijk uit op de Main. Dat heeft 2 redenen. Ten eerste is er om de 10km een grote trage sluis. Als je pech hebt lig je zo 1 of 2 schuttingen te wachten tot je mee mag met de beroepsvaart. Dat heeft weer te maken met een algehele stremming van een aantal weken die nog maar net afgelopen is…dus er is veel in te halen. Inmiddels zijn we bedreven geraakt in het ’s morgens op de AIS een enkel vrachtschip te spotten dat nog langs moet komen en die als “sluis buddy” voor de dag te benoemen. Daar passen we altijd bij en vaart lekker door.  Ten tweede is bijna elk plaatsje hier interessant. Marklin-land ten top met viel wein (Sylvaner) und Bier! We blijven dus al snel hier en daar een dagje extra liggen.

In Miltenberg kunnen we in de rivier aan een kade liggen bij de Gastfahrschiffe…dat zijn de rivier cruiseboten…als die leeglopen voelen wij ons weer jong! Naast de niet te vermijden vakwerktruttigheid und weinkellers kwamen we nog een Ridder tegen die iets te lang op wacht had gezeten bij de burcht en 3 jongens die iets teveel bier op hadden. Voor Belinda zijn veel dorpjes een Walhalla want een permanente Weihnachtmarkt!!

Het haventje van Lohr mag de naam eigenlijk niet hebben maar is wel diep genoeg. Dat moet ook wel want aanvaren is een alles of niets poging. Wij kunnen alleen maar blokkerend in de ingang liggen…en omdat de Main stroomt kan je niet ff voorzichtig testen. Dat ging allemaal prima en we hadden gelijk de havenmeester, zijn vrouw en een gezin van een bootje voor ons over de vloer. Deze man wilde naar de Oostzee maar had net zijn eerste bootje gekocht en was nog nooit van de Main af geweest…hij vroeg dus honderduit en wilde echt alles weten…terwijl Belinda eten aan het koken was…

De volgende ochtend stond er een man bij de boot te kijken die zijn hond aan het uitlaten was. Hij bleek eigenaar van een groot bedrijf in Lohr en huurde vaak schepen in Friesland en elders om te varen. Lohr is misschien wel het toppunt van een goed bewaard gebleven Middeleeuws stadje. Nadat we de Altstadt wandeling hadden gedaan gingen we op zoek naar een Backerei. Toen ik een oude man aanschoot om te vragen waar deze was, zei hij dat we mee konden lopen want hij ging er net heen. De man was duidelijk in zijn nopjes met zijn nieuwe rol als gids en vertelde aan 1 stuk door over de omgeving, geschiedenis en hoogtepunten. Hij nam ons zelfs mee naar het oude Raadhuis  waar hij in de toren een mooi uitzicht punt wist. Toen hij hoorde dat we naar de Zwarte Zee gingen wilde hij direct aanmonsteren…dat was altijd een droom van hem geweest. Het valt overigens op dat de-tocht-naar-de-Zwarte-Zee bij veel meer mensen in de haventjes hier een soort van ultiem doel is om-nog-eens-te-doen…

Op de terugtocht naar de boot kwamen we de man van die ochtend weer tegen die ons inwijdde in de Culinaire geneugten van de streek: Weisswurst met speciale mosterd en een Weissbier of een Sylvaner Weisswein. Hij kwam direct wel even een mooie fles brengen. En jawel, even later stond hij bij de boot met een tas met wijn, mosterd en nog wat documentatie. Veel vriendelijke en geïnteresseerde mensen hier met veel trots voor hun stad en streek.

Het plan was om vanaf hier naar Würzburg te gaan, de grote stad hier. We zouden daar mogelijk een tikje illegaal, aan de kade van de Cruiseschepen kunnen vastmaken. Helaas bleek er te weinig water te staan en moesten we doorvaren naar Eibelstad. Toen we daar in het haventje aan de enige mogelijke steiger vastmaakten kwamen wat mensen van de haven vertellen dat ze zich afvroegen of de steiger wel zou blijven liggen als, door de zuiging van de vrachtvaart in de Main, Mr.Bean2 aan de steiger zou gaan rukken…we hebben maar wat extra lijnen gezet en het risico genomen. Kein Problem!

Onderweg kwamen we nog een bizar tafereel tegen van 2 draglines die een brug onder hun aan het slopen waren…zag er nogal eindig uit…

Nu liggen we in Kitzingen aan de Cruiseschepen kade. Daarover en de laatste lootjes Main naar Bamberg, voordat we het Main-Donau-Kanaal (MDK) in gaan, volgende week meer…maar niet voordat ik jullie nog een mooi staaltje sluis-touw-jongleren van Belinda heb laten zien!

Cheers, André

De ballen van Louis Vuitton

En dan hangt ineens een grote fenderbal als slappe zak tussen boot en wat moet doorgaan voor een sluismuur. Niet zo best als het water en de duwboot voor je nog flink tekeer gaan. 20170404_093141627_iOS

Ja, we zijn van de Rijn de Main ingevaren. Dat heeft als groot voordeel dat de tegenstroom bijna nihil is. Helaas is de oorzaak daarvan minder voordelig: 34 sluizen in de 384km rivier tussen Mainz en Bamberg. Nu hebben wij als Nederlanders natuurlijk veel ervaring met sluizen. De volhardende Mr.Bean2 blog volger weet zelfs dat we ook wel eens naar Parijs en andere bestemmingen in Frankrijk zijn gevaren met 100en sluizen.

De sluizen op de Main hebben echter wat specifieke uitdaginkjes. Om te beginnen een stevige val tot zo’n 7m en bolders afgestemd op vrachtschepen…amper mogelijkheid voor en achter vast te maken…en om de feestvreugde af te toppen geen muren maar stalen damwand…met grote bouten erin. Tel daarbij dat de gemiddelde Hongaarse duwstel kapitein nog nooit ervan gehoord heeft zijn schroeven uit te zetten in de sluis en het feest is compleet! Zelfs onze grote fenderballen – die al heel wat hebben meegemaakt – zijn hier niet tegen opgewassen.

In de eerstvolgende haven (Frankfurt) dus op zoek naar een nieuwe bal. Nu zijn watersportwinkels met spullen voor grotere jachten amper aanwezig hier maar uiteindelijk vond ik een Segelschule ergens op een eerste verdieping boven een copyshop. 20170404_093030828_iOSToen ik daar binnen kwam zag ik meteen een grote fenderbal in de hoek liggen. Helaas niet zwart (zoals onze andere ballen) en met een bizar lang en dik fluorescerend geel/groen touw eraan. Het bleek dat deze fender een rekwisiet op de stand van Louis Vuitton was geweest bij de America’s Cup. Ze hadden verder niks anders in deze maat, maar deze mocht ik meenemen voor een paar tientjes. En zo sluizen we dus volledig fashionable verder…alhoewel ik me afvraag of de stoere Hongaren op de duwbakken wel inzien naast welk fashion statement ze eigenlijk liggen…

Ik had jullie vorige week achtergelaten in Koblenz. Daar waar Kaiser Wilhelm als wanstaltig groot beeld op een veel te groot paard met veel teveel vlaggen met adelaars enzo op de Deutsche Eck toekijkt hoe de Moesel in de Rijn stroomt. Onderweg kom je dan nog de overblijfselen van de brug bij Remagen tegen. Het is nooit helemaal duidelijk geworden, maar volgens de beroemde film (Bridge at Remagen) is hij opgeblazen door de Duitsers om de geallieerde opmars te stoppen…klein detail was dat ze daarmee ook hun eigen troepen klem zetten tegen de Rijn…

Na Koblenz wordt het echt fraai en boeiend langs de Rijn. We gaan naar St. Goar. In het seizoen een zeer toeristisch plaatsje…maar dat valt nu mee. Als we om 12 uur binnenlopen in het Jachthaventje maken we de havenmeester wakker…die had duidelijk een zware avond achter de rug in de Funboat marina (zo heet het echt). Het is een schitterende omgeving maar een toeristendorp zonder toeristen heeft altijd iets triest. Wij moesten natuurlijk ook naar de burcht boven het dorp…daar kan je heen lopen…dus op zoek naar een gemotoriseerde variant. Die vonden we in het toeristentreintje die met ons als enige passagiers omhoog zwoegde met een enorme file erachter. Ondertussen past Lau op de boot…zei hij…op het Aloha dek met de ogen dicht.

Belinda kan overigens helemaal los hier. In al dit soort dorpen is er wel een soort van permanente Kerstmarkt mit sehr hübschen weihnachtsballen…kleiner maar zeker zo kitsch als die van Louis. En dan hebben we het nog niet over de winkels met 100.000 bierpullen of de grootste koekoeksklok winkel ter wereld gehad…u weet wel, de grootste bijdrage van de Zwitsers aan de wereld. Alles Sehr Toll!

De volgende etappe belooft het voorlopige hoogtepunt van de reis te worden. Het korte stukje naar Rüdesheim gaat langs de Lorelei door het Hunsruck gebergte en als nautisch hoogtepunt: door het Binger Loch. In de oudheid kon de Rijn hier niet bevaren worden. De Romeinen moesten hun schepen dus over land vervoeren en weer te water laten. Dat hebben ze later opgelost door een stuk gebergte en het rif op te blazen…toen hadden ze een doorgang van 4 meter breed…stel je even voor dat de Rijn zich door een gat van 4 meter perst… Later is dit allemaal verder verbreed maar het staat nog steeds in het lijstje van grote-ballen-hebben-om-er-met-klein-bootje-doorheen-te-varen…misschien iets voor Louis?

Mooier dan op dit stukje wordt het niet snel. Bergen, wijngaarden, eilanden, kastelen en de kneuterigste Märklin dorpjes die je ooit gezien hebt. Nautisch is het een beetje een anti-climax. Veel stroom tegen en af en toe een vreemde zwaai van de stroom, maar daar blijft het bij. Ook de Lorelei, de rots waar veel schepen door een onvoorspelbare stroming op gevaren zijn met de legende van de Sirene die schippers lokt, valt erg tegen. Je moet echt weten waar ze zit anders mis je haar, zeker op de tijd dat wij er langsvaren met veel zon tegen.

Heel bijzonder is als je door het Binger Loch vaart houden de bergen op. Van het ene op het andere moment wordt het landschap vlak, wordt de stroom tegen een stuk minder en lijk je op het Brielse meer te varen.

Als je denkt dat St.Goar toeristisch is ben je nog niet in Rüdesheim geweest. Zelfs buiten het seizoen is het hier druk met mensen op zoek naar ein Rüdesheimer kaffee mit Asbach Uhralt. Een soort van perfect storm van Rijnreisjes.

En dan alweer een mijlpaal in de reis: we gaan de Rijn verruilen voor de Main. Een andere wereld. Veel smallere, rustige rivier in fraaie omgeving. Op naar de worst in Frankfurt (am Main…precies daar komt dat vandaan). Onderweg nog een mooi fenomeen: de caravans langs de oever staan op palen voor het hoge water. Het is echt het beloofde land!. Geen snelheidsbeperkingen en de caravans kunnen niet rijden…mooier wordt het niet!

Frankfurt (Mainhattan) is hier en daar best heel mooi…maar alles lijkt in de steigers te staan. Overal wordt gebouwd of gerenoveerd. In de Westhaven zijn we direct tegen de stenen kaai gaan liggen omdat de pontons net wat te klein zijn.

20170404_101425797_iOSHier ook een emotioneel moment. We nemen afscheid van Lau. Hij gaat met de trein weer naar huis. We hebben een fantastische tijd met hem gehad en niet te vergeten heeft hij ons behoed voor een voortijdige staking van de reis door die Polizei. We missen nu al alle weetjes onderweg en vooral het voorlezen van alle artikelen uit de Bild-Zeitung. Lau, heel erg bedankt!!

De volgende avond komt oude vriend, collega en op-en-top-Brit-in-Duitsland Andy Smith een biertje doen. Erg leuke avond gehad waarin alle wereldproblemen zijn opgelost, veel imitaties van Trump en John Cleese zijn gepasseerd en nog veel meer belangwekkende zaken.

Nu zijn we in Aschaffenburg. Daarover…en of we überhaupt dit haventje nog uitkomen na bij de invaart al vastgelopen te zijn, volgende week meer!

Cheers, André

Panta Rhein

“Komen jullie helemaal uit Lemmer?!” vraagt Benny, een trotse bezitter van een motorboot in Arnhem, vol verwondering. “Dan ben je wel een eind van huis!”. Als ik hem vertel dat dit de 2e dag is van een reis die via de Rijn, Donau, Zwarte Zee en Bosporus naar de Middellandse zee gaat, lijkt Benny het niet meer te geloven. We geloven het zelf ook nog niet helemaal, maar de reis is toch echt begonnen. Geweldig!! En als het weer een voorteken is dan gaat het een heel mooie reis worden.

20170324_093927000_iOSVrijdagochtend 24 maart lopen we alles thuis voor de laatste keer na, de Riva en Alfa lekker onder hun dekentjes, alles in en om het huis klaar voor de verhuur die al snel start. Uur of negen trossen los. Wel netjes op de paal hangen want het kan wel een paar jaar duren voordat Mr.Bean2 die weer nodig heeft. Als we voorbij Urk varen krijgen we een appje met foto van de boot van buurman Johannus die daar werkt. Hij zag ons (in de verte) voorbij varen.

Even verder gaan we de Ijssel op en begint de stroom-tegen…die alleen maar sterker zal worden tot we de Main (bij Frankfurt) bereiken. Op de Ijssel valt dat nog mee… een km/u of 3…inmiddels voorbij Keulen op de Rijn hebben we gemiddeld zo’n 6 km/u tegen…en we varen zo’n 15km/u…daar blijven er dus 9 van over…dat is heeeel langzaam! We troosten ons met de gedachte dat we vanaf het Main-Donau kanaal >2400km een stevige stroom mee zullen hebben…wat een feest!

Onze eerste stop is Deventer. Daar komen pa en ma Hemerik (Belinda’s ouders) een avondje aan boord eten en afscheid nemen. Ik kan daar verder geen flauwe grappen over maken omdat ik weet dat ze dit blog lezen. Dan naar Arnhem. Om precies te zijn naar een drijvend restaurant (Liman Valkenburg) van een Turkse eigenaar. We leggen langszij aan en hebben gelijk de aandacht van de voornamelijk Turkse gasten die op het terras van het mooie weer genieten…kunnen we vast oefenen voor als we in Turkije aankomen.

Hier komt Lau aan boord. Een oude binnenvaart schipper die zowel met zijn vader als met zijn eigen schip heel vaak op de Rijn heeft gevaren en een Rijn-patent heeft. Belinda kent hem van zijn werk op de Henry Dunant waar hij de helft van het jaar op vaart. Het is ongelofelijk hoeveel hij van de scheepvaart en alles langs de Rijn weet…ik wordt wel eens beschuldigd dat mijn hoofd vol onzinnige feiten zit…maar Lau is een klasse apart!

De volgende dag de Rijn (of Der Rhein) op en de grens over in der Heimat. Het blijft onvoorstelbaar als je ziet hoeveel water hier naar beneden komt…en ons in Nederland probeert te houden. We kunnen ook al gelijk lekker een beetje meebrallen op kanaal 10 tegen de andere schippers. De Duitsers verdenk ik ervan dat ze bij hun Rijn-patent ook een cursus moeten doen om zo ongeïnteresseerd mogelijk door de marifoon te blaten.

Eerste stop is Wesel in een echte vereinshafen. Leuke plaatsje met een wandelpromenade over de overblijfselen van een opgeblazen brug…die zijn om onbekende reden nogal populair in der Heimat…hierop natuurlijk een hek met de niet te vermijden hangslotjes van mensen die het zelf ook nog niet kunnen geloven dat die ander van ze houdt. Het echte hoogtepunt kom je echter pas na enige tijd achter als er een sportvliegtuigje door de tuigage probeert te vliegen…het grasveldje achter de haven is een zweef/sportvliegclub. Het is elke keer weer afwachten of het vliegtuigje dat de sleepkabel komt lossen niet met kabel en al in de mast blijft hangen…

We houden er deze eerste dagen een straffe planning op na. Dus ca. 8 uur aus dem veren, kaiserbrötchen scoren, Cummins starten en op naar de volgende stop. Vanaf Koblenz wordt het allemaal een stuk fraaier en interessanter en gaan we meer tijd nemen.

Eerst maar even Dusseldorf aantikken. Best een fraaie stad vanaf het water en, door het mooie weer?, erg veel drukte langs de oever. Onderweg best nog veel oude industrie met kolen en erts overslag. Lau kan hier honderduit over vertellen…en doet dat ook.

Volgende stop: Keulen. Erg fraaie stad en mooie stadshaven. Echter tijdens het varen door Keulen komt die Polizei op ons afvaren. Ze willen aan boord komen voor een controle. Ik zeg dat we de haven ingaan en dat ze daar op hun gemak aan boord kunnen. Ze volgen ons. Als we op 5cm na onder het bruggetje van het Chocolademuseum de haven invaren vindt de havenmeester het wel leuk zo’n optocht van een wat overbemeten Mr.Bean met de politie er achteraan…er is dus gevoel voor humor aangetoond! Echter nog niet bij die Polizisten. We waren al blij met Lau, maar nu helemaal…zonder zijn Rijn-patent was de reis waarschijnlijk tijdelijk gestaakt in Keulen…iets met donderen…

In Keulen hebben we ook een toeristisch dagje gepland: Chocolade museum, Dom, lekker uit eten en vooral drinken.

Zo enerverend als Keulen is, zo truttig is volgende stop Oberwinter. Het is goed te merken dat we meer in “Märklin gebied” gaan komen. Er verschijnen heuvels, kasteeltjes, een spoorbaan en de niet te vermijden vakwerk huisjes. Ganz gemütlich!

Onderweg een mooi moment als we de Henry Dunant tegenkomen. Ze hadden ons al op de AIS gezien. Zowel Lau als Belinda hebben daar veel historie op liggen. Mooi om te zien dat dat geëerd werd met afremmen, een oproep op de marifoon, toeters, de bemanning met vlaggen aan dek.

In Oberwinter worden we ontvangen door een klagende havenmeester wiens wereldbeeld is samen te vatten met Duitsers werken niet meer, de Polen wel maar die begrijpen helemaal niets en verder zit er ook heel veel tegen…doet u maar 20 euro zonder bonnetje dan zijn we helemaal klaar.

We zijn nu in Koblenz bij de Deutsche Eck, daar waar de Moesel in de Rijn stroomt en waar de Rijn stroomopwaarts door het gebergte gaat met Lorelei en ander hoogtepunten. Daarover en het begin van de Main volgende week meer…als de KPN het toestaat…want daarmee lig ik al dagen in de clinch over het niet functioneren van hun abonnementen…daar kan ik inmiddels een boek over schrijven, maar ga ik nog wel eens een aparte episode aan wijden.

Cheers, Andre

Dertig tonnen Diesel

Henk Wijngaard zong het al: “met mijn 30 tonnen diesel, ver van huis maar in mijn sas”. Ik heb net even zeer grof onze reis, die 24 maart aanvangt, getekend in het navigatieprogramma:

capture
Rondje Europa

Dat vertelt mij doodleuk dat dit zo’n 9000 zeemijl is! De ervaring van afgelopen jaar leert dat je dit bijna maal 2 kan doen voor de mijlen die we werkelijk gaan varen…dat is dus zo’n 15000 zeemijl…x 2,2 liter/zeemijl gemiddeld verbruik is dus zo’n 30 ton diesel die we gaan verbranden. Gelukkig beginnen we met 4 ton belastingvrij sap uit Helgoland en 1300 zeemijl bergje af varen over Die schöne blaue Donau van Der Heimat naar de Zwarte Zee.

Voordat Mr.Bean2 in Beieren de Donau in kan varen, moet ze echter nog een stuk de Rijn en Main opboksen. Speciaal voor de Rijn gaat Lau de eerste week mee. Hij is schipper op de Henry Dunant en heeft, in tegenstelling tot mij een Rijn patent…en dat is verplicht voor alle schepen > 15 meter…en het is Der Heimat dus “Orders always must be obeyed!”. Als we bij Frankfurt de Main indraaien stapt Lau op de trein en moeten we het verder zelf rooien…nou ja zelf…de aanmeldingen van op- en (hopelijk) afstappers stapelen zich alweer op.

Dit wordt geen reisje dat we in een jaar gaan doen. We gaan dus op de boot wonen en vliegen af en toe voor een paar weken naar huis. Mr.Bean2 gaat de komende jaren niet terugkeren in Nederland. Dat betekent dat we de afgelopen maanden veel energie in de voorbereidingen hebben gestoken. Dat varieert van het in orde maken van alle zeekaarten op papier en elektronisch tot het technisch onderhoud, zorgen voor reserve onderdelen en het doen van de aanpassingen die we afgelopen jaar bedacht hebben.

Afgelopen week is Mr.Bean2 uit het water gegaan voor onderhoud aan het onderwaterschip. De komende weken moet er dus een nieuw laagje antifouling onder gesmeerd worden, stabilizers onderhouden, nieuwe anodes gemonteerd en alles nagelopen.

Maar eerst zijn we naar de Bootshow in Dusseldorf geweest. Dat is de grootste bootshow ter wereld…maar daar gingen we niet voor. Eigenlijk heb ik een hekel aan dit soort boot- en/of autoshows. Tijdens de voorbereidingen en het lezen van wat blogs van mensen die soortgelijke reizen hebben gemaakt stuitte ik op de EMYR, de Eastern Mediterranean Yacht Rally. Een soort van tour tocht voor jachten in de Oostelijke Middellandse Zee. Origineel ging dit van Istanbul langs te Turkse kust naar Cyprus, Syrië, Libanon, Israel en Egypte…jullie begrijpen dat deze tocht de laatste jaren wat uitdagingen kent. Men is echter van plan hem in een verkorte versie te gaan varen. Hasan Kamac leidt dit alles en heeft veel contacten met jachthavens en autoriteiten in dit gebied. Hij kan ons dus prima helpen met de formaliteiten in Turkije en Cyprus en goede tips geven. Ze staan met een stand op de beurs en afgelopen maandagavond organiseerde Hasan in de Dusseldorf Yacht Club een diner voor oud-deelnemers waarvoor wij ook uitgenodigd waren. Hierbij ook 2 Nederlandse echtparen die afgelopen jaar de reis via Donau en Zwarte Zee naar Turkije hebben gemaakt. Erg veel goede info en praktische tips.

Op de bootshow hadden ze 1 hal helemaal ingericht met allerlei landen die zich hier presenteerden. Dus naast Turkije leuke gesprekken gehad met vertegenwoordigers van Griekenland, Tunesië, Kroatië en Italië. Het ging er al zeer Mediterraan aan toe met allerlei Jachthavens die wel een “special price for you” konden maken. Elke plaats en eiland is ook verreweg het mooist van de hele Middellandse Zee en heeft de beste haven. Geweldig!

Terug naar Mr.Bean2. Eén van de vele aanpassingen is de montage van een zeil. Wat zegt U??!! Ja, je leest het goed: de Huizinkjes hebben nu een boot met een zeil.

In dit geval is het echter een steunzeil niet bedoeld voor voortstuwing maar om het schip een grotere stabiliteit te geven. Deze zomer afgekeken in Noorwegen waar bijna alle visboten ermee varen. Mr.Bean2 heeft hydraulische stabilizers (grote vinnen onder water die computergestuurd hydraulisch bewegen om slingeren tegen te gaan)…maar dat blijft mechanisch…en gaat een keer kapot. Een steunzeil kan dan een mooie aanvulling zijn. Hiernaast werken de stabilizers alleen als de boot snelheid heeft. Het steunzeil kan ook geankerd het slingeren dempen…en het staat gewoon stoer!

Gelijk ook de erectieproblemen van Mr.Bean aangepakt. Omdat we een heel stuk over de rivieren gaan varen moet vaak de mast naar beneden. Op dat moment mis je echter (deels) diverse antennes, toplicht, radar…kortom alle zooi die in de mast gemonteerd zit. Hij moet dus ook makkelijk weer omhoog kunnen. Daarvoor zit er een grote (400 kg) gasveer gemonteerd. Door alle extra’s die door de jaren heen in de mast zijn gekomen en waarschijnlijk veroudering van de veer wordt het steeds moeilijker de paal omhoog te krijgen…en dat kan een heer zich niet laten gebeuren. Inmiddels ligt een nieuwe 500kg gasveer klaar voor montage in de hoop dat dat weer een uiterst viriele boot oplevert.

En op dat hoogtepunt ga ik jullie verlaten. Volgende keer waarschijnlijk nog wat verhalen uit de Nautische historie voordat we eind maart van wal steken.

Cheers, Andre