Mr.Bean eindelijk uit de zandbak

De woestijn is indrukwekkend maar het berggebied in Oman met zijn dramatische canyons, wadi’s, eeuwenoude lemen bergdorpjes en “deadliest roads” is misschien nog wel mooier/bijzonderder.

Voordat we daar zijn gingen we eerst nog naar Sur. Ik had al verteld dat we per ongeluk in een 5daagse vakantie terecht waren gekomen. Normaal bespreken we niets en kijken we gewoon naar een leuk hotelletje als we ergens zijn. I.v.m. die vakantie keek ik nu de dag van tevoren even op de expedia’s voor een hotelletje in Sur…helemaal niets meer. Uiteindelijk vond Belinda nog 1 kamer op booking.com in het onvolprezen Al Afaih Cornische Hotel&Appartments. Ik kreeg al wat kabbelend kontwater van het feit dat er op booking.com verder niets te vinden was, terwijl de lokatie bijzonder goed leek aan de corniche en strand.

Het feit dat in de buurt van het hotel de geiten op de auto’s liepen en de meeste huizen ingestort waren hielp mijn kontwater niet kalmeren. Toen we binnenliepen kwamen we in een tafereeltje terecht van een Pakistaan achter de balie die een hooglopende discussie had met wat andere potentiĆ«le gasten die een reservering zeiden te hebben…maar Piet-Paki had geen kamer meer. Ik bleef er rustig maar hinderlijk aanwezig bij staan. Uiteindelijk stelde Piet mij de vraag wat ik kwam doen. “Ik heb een reservering”…ik zag zijn broek afzakken…

Het was inmiddels duidelijk dat het boekingssysteem van dit tophotel niet helemaal klopte en Piet dicht bij een zelfmoordpoging zat. Lang verhaal kort kregen we een kamer waarvan ik sterk het vermoeden had dat het de personeelskamer was. Het enige positieve dat erover te melden was is dat hij heel groot en redelijk schoon was met idioot veel bedden. In de eveneens heel grote badkamer zat geen enkele scheiding tussen wastafel, douche en wc. Wel was alles volledig verkalkt wat als interessant effect had dat wanneer je de douche aanzette de volledige badkamer nat was. De volgende ochtend bleek dat Piet inmiddels achter de balie sliep op een matrasje…

We hadden gepland 3 dagen in Sur en omgeving te blijven. Dat hebben we direct maar terug gebracht naar 2 dagen. Sur is overigens een leuk plaatsje aan een lagune. Hier worden nog steeds de Dhows gebouwd op traditionele wijze, mooi om te zien.

Vanaf hier zijn we naar Wadi Shab (zie vorige episode) geweest en naar Raz-al-Jinz. Daar zijn de beroemde Turtle-beaches. De grote waterschildpadden leggen op deze stranden hun eieren en dat trekt drommen toeristen…gemiddeld van een leeftijd die zelf geen eieren meer leggen.

Aangezien die eigenwijze beesten het verrekken om dat op een christelijk uur te doen – zal wel iets met islamitische klok te maken hebben – moet je daar dus of ’s avonds laat zijn of ’s nachts om een uur of 4. Wij gingen voor de avondsessie en waren veel te vroeg in het researchcenter/resort. Dat had de lokale bevolking er niet van weerhouden om alvast met idioot veel gezinnen de lobby te bezetten…erg fijn.

Nu wil het geval dat wij er net op een avond waren dat er een stormachtige wind op de kust stond…en dit is al Turtle-laagseizoen (voor Turtles moet je er in Juli zijn…als je er geen bezwaar tegen hebt vervolgens te overlijden van de hitte). Het spektakel zou om 8:30 aanvangen, maar toen kwam de mededeling dat de Rangers nog helemaal geen Turtles hadden gespot. Gelukkig zaten wij net gezellig te kletsen met een ander NL echtpaar die ook op eigen houtje rondtrokken…maar om 10:30 hebben we de pijp maar aan Maarten gegeven toen er nog maar 1 Stoffel was gespot en het onduidelijk was of die Ć¼berhaupt iets productiefs ging doen.

Het hoogtepunt van de avond kwam echter nog toen we op de kustweg ineens iedereen zagen stoppen en sommigen omkeren. Het bleek dat de storm de golven over de weg spoelde die nu onder water stond…en het was onduidelijk hoe diep het was. Gelukkig was er een moedige Hilux rijder die er doorheen ging rijden…wij erachteraan…en dat ging goed terwijl de golven tegen de Pajero sloegen…had ik al gezegd: Mr.Bean3.

Als adspirant alcoholisten zijn we in dit land continue op zoek naar mogelijkheden om een biertje of wijntje te kunnen drinken. Dat is in Oman legaal in uitspanningen met een vergunning…en die zijn er niet zoveel. In het Sur Beach Hotel zou een licensed-bar moeten zitten. Wij lopen het restaurant in en vragen naar de bar…loopt u maar even mee…de man loopt naar de nooduitgang en doet de deur open… Ineens staan we in een kleine soort van huiskamer vol met “jurken”. Ondanks deze kleding alleen maar mannen die heftig aan het innemen zijn. In de hoek een glazen hokje waarop “No Smoking” staat. Briljant! een hokje voor als je niet tegen de rook kan. Je kan best zeggen dat wij en vooral Belinda, nogal opvallen… Maar ja, als je er dan toch bent. Ik loop naar de bar om wat te bestellen.

Ondertussen wordt Belinda gewenkt door een oude man in de hoek om bij hem te komen zitten. Hij blijkt een echte Sheik te zijn. Naast hem zit zijn lijfwacht die dat al 30 jaar is. Andere barbezoekers lijken zwaar onder de indruk dat wij bij de Sheik aan tafel mogen zitten. De Sheik zelf is een erg leuke/ondeugende man en spreekt 2 woorden Engels…maar thuis heeft hij Whiskey en kunnen we komen eten en slapen…het klinkt bijna aanlokkelijk gezien de kwaliteit van ons hotel. Intussen probeert hij ons dronken te voeren en Belinda aan te klatsen…ik ben benieuwd hoeveel kamelen er geboden gaan worden…

20171203_152925164_iOS

De volgende ochtend konden we het hotel-from-hell verlaten om via de Wadi bani Khalid naar het Desert camp te rijden. Deze Wadi is zeker zo mooi als de Wadi Shab maar veel meer gecultiveerd…minder echt.

We klunen hier met een jong Duits stel en een Zwitser naar een grot. Daarvoor zitten 2 Arabische jochies die goede business doen met toeristen door de grot gidsen. De Duitse wil er graag in, wij ook. Duitse hubbie ziet het niet zo zitten en de Zwitser komt heel voorspelbaar met het verhaal dat hij zu hause alles besser heeft en al enorm veel grotten heeft bekeken, dus deze niet in hoeft. Ik vraag me in stilte af of er ook leuke Zwitsers bestaan?

De grot stelt niet zoveel voor. Wel bijzonder dat de rivier er doorheen loopt en het er reteheet is…iets dat de vleermuizen prima lijken te vinden. To the Bat Cave!

Later raken we aan de praat met een Arabische jongedame volledig in het zwart die graag wil weten wat we allemaal in Oman doen en of we nog naar Al Hamra gaan. Zij werkt daar in het Safah house en nodigt ons uit voor een bezoek. Leuk, gaan we zeker heen.

Dan naar Al Wasit, een onooglijk plaatsje langs highway 23 waar we opgepikt gaan worden door de gids van het Nomadic Desert Camp (zei deel 1 van deze trilogie). We zijn daar wat vroeg en zitten nog even buiten bij een tankstation/restaurantje een Nescafe te drinken. Net als in Turkije vinden ze dat hier koffie. Daar valt nogmaals op hoe Omani-Tokkies – die hebben ze hier ook en rijden altijd in een Lexus LS, de Arabische Honda Civic – de Indiers en Pakistanen behandelen. Stuitend! Ze komen aanrijden, toeteren, dan rent er een Paki naar buiten om de bestelling op te nemen door een minimaal geopend raampje. Hij wordt niet aangekeken terwijl hij afgebekt wordt…deze types zijn duidelijk nog niet bij de Islamitische les waarin wordt uitgelegd dat voor Allah iedereen gelijk is…

Dan begint het avontuur in de woestijn, geweldig! ’s Avonds heel lekker eten en kletsen met wat andere avonturiers en vroeg in het mandje. ’s nachts is het retekoud in de hut, maar we hebben goede dekens…en een zaklamp om Ć¼berhaupt nog iets te kunnen vinden. Natuurlijk moet er ’s morgens op een kameel gereden worden…dat is eigenlijk best relaxed en makkelijker dan ik dacht.

Als we later in ons eentje onze weg terug vinden naar het dorp, komen we nog een eenzame kameel tegen die hier allemaal loslopen.

Op naar het berggebied rond Nizwa. Om te beginnen Jebel Al Akhdar. Als je daarheen wilt kom je eerst door een politie checkpoint die controleren of je wel 4WD hebt, anders mag je er niet heen. Er zijn in het verleden, vooral tijdens de afdaling, veel ongelukken met 2WD auto’s gebeurd.

Het gebied is schitterend. Relatief veel groen, terrasbouw, kleine dorpjes die aan de bergen “hangen”. Belinda had gelezen van het “Diana viewpoint”. Prinses Diana schijnt daar ooit tijdens een bezoek zwaar onder de indruk te zijn geweest van het uitzicht…dat ben je al snel als het alternatief Charles is, dacht ik, maar wij toch op zoek. In een klein dorpje staan we op een mooie plek bij een Iraans restaurant het uitzicht te bewonderen terwijl de uitbater aan komt lopen met de kaart…of we wat willen eten of drinken…tuurlijk, maar weet je ook waar het Diana viewpoint is? …”daar staat u nu”, zegt de man terwijl hij ons wat meewarig aankijkt… Het was ons al opgevallen dat het er hoogst georganiseerd uitzag met balkonnetje, hekje etc. maar het schetst de lage focus op toerisme dat dit niet verder uitgebuit of zelfs maar aangegeven is.

Van de Oude dorpjes gaat het weer naar beneden om na alle hotel-ontberingen ons maar eens volledig onder te dompelen in de luxe van Golden Tulip Nizwa met kamer, bbq en vooral Bar!! aan het zwembad.

De volgende dag naar de hoogste berg: Jebel Shams. Daar is ook de “Grand Canyon” van Oman: Wadi Guhl. Die staat momenteel droog en we hadden gehoord dat je daar met een beetje beleid een heel stuk in kan rijden. Dat hebben we dus gedaan en is erg spectaculair, wel moeilijk om op een foto te vangen. Het is goed voor te stellen dat met zware regenbuien hier elk jaar wel wat mensen omkomen die de snelheid van de waterstijging onderschatten. Zeker als je ziet wat een enorme rotsblokken er door het water verplaatst en neergesmeten worden.

Via een enorme omweg naar bijna dezelfde plek…maar dan 3000m hoger: Al Khitaym. Een paar huizen, geiten en bejaarden op de top van de berg. Ook hier kom je wel wat toeristen tegen, maar afgezien van wat oude dametjes die armbandjes verkopen is het nog zo authentiek (en arm) als in de middeleeuwen. Geweldige vergezichten over dezelfde Canyon waar we net doorheen gereden zijn.

Op de weg terug raken we aan de praat met een jonge Omani die gids is voor wat chinezen (ik bedenk me dat sinds de Lange mars van Mao volgens mij nooit meer een chinees op eigen houtje is gaan reizen). Hij zegt dat we in Misfat, in het dal, naar zijn huis moeten komen: de hospitality inn. Natuurlijk gaan we daarheen en komen daar zijn familie tegen. Wat een leuke mensen en dorpje. We moeten natuurlijk aan de thee met dadels, die hier bizar lekker zijn. Het dorpje is nog volledig intact en de Falaj (het eeuwenoude irrigatiesysteem) speelt een centrale rol.

We besluiten hier ’s avonds terug te keren voor het huisgemaakte diner, maar eerst naar Al Hamra. Daar zoeken we in de oude (lemen) stad het Safah huis waar we waren uitgenodigd door de dame in Wadi Bani khalid. Met onze mond open dringen we steeds verder door in de oude stad. Eeuwenoude lemen gebouwen met meerdere verdiepingen, sommige half ingestort geven een surrealistische sfeer. Prachtige setting voor een film. Uiteindelijk vinden we het huis en krijgen een enorm warm welkom van de familie en moeten ons als echte toeristen natuurlijk onderwerpen aan het omkleden in traditionele kleding en “oude ambachten” aanschouwen en uitvoeren…en natuurlijk koffie (of wat daarvoor doorgaat) en thee lurken.

’s Avonds heerlijk gegeten en gekletst. De volgende dag zou een spannende worden. Na veel wikken en wegen was ook Belinda akkoord om de bergroute tussen Al Hamra en Rustaq door de bergen te gaan rijden. Dit is een onverharde, onbeschermde dirt road langs diepe afgronden die hier en daar zo in een “deadliest roads” aflevering zou kunnen…maar “no pain, no gain”…je moet wat risico’s nemen om los te komen van de bussen met chinezen en echt mooie dingen mee te maken.

Eerst nog even naar de vrijdag veemarkt bij de Souk in Nizwa. Lachen! Een enorme kakafonie van geiten, schapen, koeien en daarbovenuit schreeuwende boeren en handelslui. Het systeem is dat de potentiĆ«le kopers in een cirkel zitten en de verkopers daaromheen lopen met hun waar…en dat schreeuwt dan wat tegen elkaar. Het is me overigens volledig onduidelijk waarom je hier geld zou betalen voor een geit terwijl die beesten echt overal…en ik bedoel OVERAL…rondlopen.

En dan de bewuste weg die eigenlijk wel meevalt, maar o zo mooi is!

We gaan naar Sohar, terug naar de kust. Leuk hotel en kustplaats. Daar ook maar even de Pajero laten wassen die inmiddels de halve woestijn meesleepte.

De laatste stop is Al Ain in Abu Dhabi net over de grens met Oman. Een mooie stad die is ontstaan rond een Oase midden in de woestijn en vroeger een belangrijke stop voor de Karavaans (nee, niet zo’n kutding achter je auto) was. De oase ligt nog steeds midden in de stad en is inmiddels Unesco erfgoed. Bijzonder gezicht. Bij de bron die het Falaj systeem voedt zitten 2 Emerati die ons vertellen over het kameel racen. 1 van hen is jockey…of hoe dat bij kamelen heet? Daar gaan miljoenen in om, niet door het gokken want dat mag niet van Allah (waarom iemand hem dat gevraagd heeft bleef onduidelijk), maar “giften” van de Sheik.

We zien ook nog een boer dadels plukken. Even een touwtje om de middel en de palm en dan naar boven lopen…lijkt eenvoudig…

Natuurlijk moeten we even naar de enige echte kamelen markt in het land. Bizar! Duizenden kamelen worden hier dagelijks aan- en afgevoerd en verhandeld. Ondanks onze, inmiddels, ruime kamelen ervaring vallen we toch erg op in dit gezelschap en komt er direct iemand op ons af die wel wat foto’s van ons wil maken met de kamelen. Prima. Je voelt natuurlijk van veraf aankomen dat dit ergens geld gaat kosten…en ja, na nog wat andere foto’s en aanbiedingen om op een kameel te rijden komen er nog een paar andere handelaren om ons heen staan waarvan er 1 op ons in gaat praten om de fotograaf te betalen voor zijn diensten, en zijn kinderen en het voer voor de kamelen en… Hij vond 25 euro wel een goed bedrag. Toen ik hem uitlachte en mijn portemonnee weer in mijn zak stak was 2 euro ook goed…

Verder nog ff lekker geluierd in de zon in het uiterst hippe Aloft hotel…we hadden inmiddels het weerbericht voor NL gezien…

En zo komt er op Terminal 3 in Dubai een eind aan een mooie en vooral boeiende reis door 2, om totaal verschillende redenen, boeiende landen.

Oman is echt een aanrader als je van mooie natuur en mooie mensen houdt! Het heeft zelfs mijn, doorgaans minder positieve beeld van Arabieren en de Islam genuanceerd.

Cheers, AndrƩ